Jeroen Pool interviewde beeldend kunstenaar Paola de Bruijn. ‘Urban Illusion II’ heet haar werk. Elke maand interviewden we één van de kunstenaars waarmee La Scuola samenwerkte in Zin in kunst, het thema van 2014-2015. Ze vertellen over eigen ervaringen en ideeën, over kunst en het goede leven:
Op de middelbare school werd vaak gezegd: “Jij kan zoveel met tekenen, jij komt vast nog eens in de wereld van de reclame terecht”. Gek genoeg werd ik nooit werkzaam als ontwerper of als vormgever, maar als degene die alles bij elkaar brengt. Tot 1995 werkte ik in de reclamewereld als traffic manager. Op een gegeven moment, na een jaar of twintig, wilde ik een oude wens in vervulling laten gaan en besloot ik bewust te veranderen van vak. Ik ben de docentenopleiding voor beeldend vormen gaan volgen en daarna naar de Kunstacademie gegaan. Toen was ik ondertussen 39. De Kunstacademie heeft mij, al schilderend en creërend, pas echt gevormd.
Omdat ik nu een part time betaalde baan als kunstvakdocent heb én een eigen beroepspraktijk heb ik juist de vrijheid om te kunnen maken wat ik wil. Is het galeriewaardig? Is het werk museaal? Dat zijn voor mij altijd wel wezenlijke criteria.
Wat ik belangrijk vind voor mijn studenten is dat ze zelfstandig en kritisch zijn. Autonomie is een sleutelwoord. Dat is hetgene waarin ik zelf de afgelopen jaren ben gegroeid. Het gaat om het maken wat jij denkt dat jij wilt maken op de manier waarop je het wilt maken. Geen concessies doen. Het is adem. Het gaat over vrijheid: vrijheid van geest, van handelen, zover dat kan en zonder dat je anderen schaadt.
Wanneer is iets kunst?
Dat is datgene wat mensen maken. Het is voor mij een taal om mee te communiceren, die ik dan probeer te verstaan. Sommige kunstvormen of -talen begrijp ik niet, dan let ik meer op vormgeving om daar de communicatie van te kunnen begrijpen.
Welke kunst heeft jou nou enorm geraakt?
Muziek waar ik de afgelopen vijftien jaar veel naar heb geluisterd en ik, als een soort ritueel, opzet als ik in mijn atelier start is het Stabat Mater [een 13e eeuwse hymne gewijd aan (het verdriet van) Maria, de moeder van Jezus –JP]. Dat brengt mij in een bepaalde concentratie die ik nodig heb om te kunnen starten. Ik sta op, neem een kop koffie en zet het Stabat Mater van Giovanni Battista Pergolesi aan. Dan kom ik in een wereld om na te denken over beeld. Er gaat rust en troost van uit:
Pergolesi: Stabat Mater, for soprano & alto
En de stem. Ik heb meerdere uitvoeringen van het Stabat Mater, maar het zijn de klanken van de stem die mij in een bepaalde gemoedstoestand brengen. Als ik in een andere gemoedstoestand ben kan het ook Radiohead zijn of Underworld zijn dat ik opzet, die hebben dezelfde werking. De rust en troost die het Stabat Mater mij geeft zijn zo belangrijk voor mijn gemoedstoestand omdat ze voor mij appelleren aan dat wat het leven is: eindig. Dat wat ik hier doe, dat is aards. Kunst is wat dat betreft ook een manier om met het leven om te kunnen gaan.
Zeg je daarmee dat je rust en troost vindt in het einde van het leven?
[Lacht] Jij bent goed zeg. Ik ben echt serieus – ja, dat denk ik wel. Het leven is kwetsbaar. Mijn werk gaat ook over eindigheid. Als in de opleiding of op de academie werd gezegd dat “kunst nooit ophoudt” en dat “bepaalde kunst eeuwenlang doorgaat” vond ik dat maar een vreemd aspect van kunst. Wat is voor eeuwig? Niets. Dat we bepaalde overblijfselen of dat wat mensen hebben voortgebracht niet meer kunnen achterhalen vind ik goed. Het leven is voor nu. Aan de hand van geschiedenis kunnen we terugkijken en weet je waar je staat in het leven. Maar dat het eindig is, daar kan ik mij volledig mee verzoenen. Daar zit de troost ook in.
Ik heb de drang ook helemaal niet dat over honderd jaar mijn werk nog moet bestaan. Ik kan genieten van heel erg oud werk, maar ik hou meer van het werk van nu. Alles is immers vergankelijk en dat vind ik goed.
Wat is het goede leven en wat voor rol heeft kunst daar in?
In kunst kan je het goede leven herkennen. Wanneer je iets maakt en je laat dat aan een ander zien, of horen, of proeven en als de ontvanger vervolgens verstaat wat de maker jou voorlegt kan dat iets toevoegen aan de manier waarop jij zelf naar het leven kijkt. Op die manier geeft kunst betekenis aan hoe jij in het leven staat.
Een andere vraag is: zou je kunnen leven zonder kunst? En heb je dan ook een goed leven? Stel dat je ergens afgelegen leeft en alleen maar natuur hebt, dan bestaat er nog de behoefte om het leven vorm te geven. Vormgeven is kunst. Wanneer je decoreert, als je aan het inrichten bent, als je ruimte geeft aan de behoefte die mensen hebben: dat zie ik als kunst. Iedereen die maakt is daarmee een kunstenaar. Daar heb ik niet zo veel moeite mee. Alleen de mate waarin kunst kwaliteit heeft en betekenis geeft kan verschillen. Ieder mens is een kunstenaar.
Lees meer
… over Paola en andere kunstenaars in de kunstcatalogus Zin in kunst.
Portret Paola de Bruijn | fotografie Berry Saldaña