Zin in kunst | Alcuin Olthof

Alcuin Olthof

Jeroen Pool interviewt Alcuin Olthof, architect, coach wizzard en mentor van La Scuola. ‘Werkhuis Julia’ staat hierin centraal.
Elke maand interviewen we één van de kunstenaars waarmee La Scuola samenwerkt in Zin in kunst, het thema van 2014-2015. Ze vertellen over eigen ervaringen en ideeën, over kunst en het goede leven.

Hoe heeft kunst jou gevormd?
Kunst vormt niet, kunst doet ontdekken. Mijn overtuiging is dat je bent wie je bent en vervolgens vinden er in je groeiproces allerlei dingen plaats die dat onthullen, of negatief verduisteren. Dus daarin vergroei je om te kunnen overleven in de samenleving. Je bouwt muren om je heen, een plek die je afschermt van de soms (harde ) buitenwereld. En kunst nodigt je uit weer achter die façade – in mijn beeldspraak als architect, achter die muren – te kijken. De zoektocht naar binnen is de zoektocht naar jezelf. Kunst helpt je daarbij. Want als kunst je dus raakt, dan is de vraag: wat in mijzelf maakt nou dat ik geraakt word door dit kunstwerk?

Alcuin Olthof

En wat zie jij achter die muren?
Ik heb nog niet achter álle muren in mij gekeken. Ik kan daar ook niet gekeken hebben. Dan zou ik verlicht zijn, bij wijze van spreken. Kunst maakt wel dat je achter een muur kan kijken, of door dat labyrint kunt gaan. Elke keer schuif je een ringetje op. Dichter naar de essentie, dichter naar de bron. Ik weet niet hoe dicht ik nu bij de bron ben. Ik heb wel het gevoel dat ik opschuif.
Het zoeken zit hem dus in het afpellen, naar die diepere laag. Het is het beeld van de ijsberg: 1/7 van mij zit boven water, 6/7 onder water, onzichtbaar voor de buitenwereld. Ik heb het gevoel dat ik mij meer en meer bewust ben van dat onzichtbare deel. Dat is mijn zoekrichting.
Kijk, mijn persoonlijkheid is niet van “Jongens, kijk eens even achter mijn muren”. Mijn schoonmoeder typeerde dat als: “Jullie huis is aan de voorkant heel gesloten, totdat je binnenkomt. Dan is het heel open en transparant.”

Dus je weet van jezelf dat die twee kanten er zijn en gaat het ook om de vraag hoe jij zelf die sleutel in je eigen deur kunt steken?
Ja, kunst helpt mij bij die vraag. Daardoor stel ik vragen als “Hé, hoe doet die kunstenaar dat nou?”. Ik bevraag hoe de ander met hetzelfde worstelt. Het zit hem in het raken. Kunst is mooi omdat het dat effect heeft. Kunst kan ook mooi van lelijkheid zijn. Als het maar raakt en mij aan het denken zet.

Welke kunst heeft jou enorm geraakt?
Dans. En dan specifiek de beweging. Architectuur is natuurlijk heel statisch. 

Alcuin Pltohof, vrijheid, La scuola, academie voor levenskunst

Ik werd in 2009 ontslagen. Toen kwam er een moment van rust en stilte, bezinning. Vóór dat ontslag werd ik al geïnspireerd door dans, maar pas daarna ben ik er achter gekomen waar die inspiratiebron hem nou precies in zit. Dat is namelijk het intrigerende, het ongrijpbare van wat in dans gebeurt. Hoe komt dat tot stand? Dat heb ik ook met andere kunstvormen. Een spannend schilderij kan ik ook niet doorzien. Ik kan er niet bij, ik kan het niet grijpen. Om architectuur te grijpen, teken ik. Maar ik kan die dans, in al zijn beweging en vluchtigheid, niet tekenen. Voor mezelf niet stilzetten en analyseren. Als ik een ruimte schets ben ik in gedachten al honderd keer door die ruimte heen bewogen. Dan heeft die ruimte, op het moment dat die gebouwd is, voor mij geen verrassingen meer. Dans is de tegenpool. Je hebt het stuk gezien, maar het staat er niet.

Wat voor effect heeft die ongrijpbaarheid op jou?
Onrust. Waarom snap ik het niet? En, daaruit voortvloeiend: wat doet het nou met mij als ik het niet kan doorgronden?
Die vraag komt vooral op bij moderne dans, bij het werk van Jiří Kylián bijvoorbeeld, van het Nederlands Dans Theater. Zijn werk is niet verhalend, roept niet het letterlijke beeld op, maar beweegt zich in sfeerbeelden. In Tsjaikovski’s Zwanenmeer wordt een verhaal uitgebeeld. Moderne dans, daarentegen, is voor interpretatie vatbaar. Het heeft aan alle kanten haakjes waaraan iedereen op zijn eigen manier kan aanhaken.

Mijn architectuur is dienstbare architectuur. Dat wil zeggen dat ik mijn kennis en vakkundigheid inbreng, maar uiteindelijk is de opdrachtgever bepalend. Heb ik als architect dan wel een soort handschrift? Ja. En ook Kylián heeft een eigen handschrift als hij iets moet uitbeelden. Bepaalde bewegingen komen vaak terug. Ze komen voort uit zijn handschrift.
Ik herken dus dezelfde nijging tot het hanteren van een eigen handschrift. Het verschil is het dienstbaar-zijn. Dans an sich is niet dienstbaar, behalve, uiteindelijk, aan de schoonheid. Het moet raken; daarmee wordt het kunst. Is architectuur kunst? Nee, het is toegepaste kunst. Het heeft altijd een functionaliteit, een nut. Ik voel mij in mijn architectuur niet vrij op een manier zoals autonome kunst vrij is.

Is dat dan uiteindelijk misschien wel je grootste frustratie als architect?
[Overpeinst.] Ja, ik denk het wel. De enige uitzondering daarop is mijn eigen huis. Daarin heb ik de vrijheid van architectonische kunst kunnen benaderen. Daarin mocht ik zelf bepalen hoe groot het raampje werd. En wat er achter de muren te vinden is.

Meer over Alcuin Olthof en zijn gedachten over kunst en architectuur lees je in de kunstcatalogus Zin in kunst.
Alcuin verzorgt in 2015 2x een 1daagse workshop:
* op vrijdag 30 januari en zaterdag 7 maart De herberg, pleisterplaats voor de ziel
* op zaterdag 7 februari en vrijdag 27 februari Architect van je eigen leven.