‘We zijn vergeten wat fair play is’

Hans Maier, La Scuola

Interview Hans Maier (99), sportman en positief denker

De universele mensenrechten zijn van grote betekenis, maar hoe zit het met de plichten? Bijna een eeuw levenservaring stelt ons die vraag.
door: Sander van Walsum 8 juli 2016 | Volkskrant

Een setje leefregels die je kunt uitprinten en op de muur kunt plakken. Dat had Hans Maier in gedachten toen hij zich afvroeg of het niet eens tijd werd dat de mens aan zijn eigen verantwoordelijkheden werd herinnerd. En of het evenwicht tussen rechten en plichten onderhand niet eens moesten worden hersteld. Want mensenrechten, daarvan kende hij – aanstaande maandag 100 jaar oud en de enige nog levende Nederlander die deelnam aan de Olympische Zomerspelen van 1936 – het belang wel. Maar hoe zat het met de mensenplichten?

Met behulp van bevriende techneuten heeft Maier een website opgezet: humandutiesnetwork.com. Hiermee hoopt hij een aanzet te geven voor de formulering van mensenplichten die voor iedereen, ongeacht zijn achtergrond, herkenbaar zijn en die eenvoudig zijn na te leven. Want moeten wij wereldburgers er niet meer van worden doordrongen dat het van ons afhangt of er vrede heerst en of de aarde bewoonbaar blijft? Moeten we niet eens ophouden om voor oplossingen naar de overheid te kijken? Of naar hogere machten?

‘De mensen zouden meer volgens de beginselen van de sport moeten leven’, zegt Maier – geboren in het voormalige Nederlands-Indië en in 1936 lid van het Nederlandse waterpoloteam. ‘We moeten weer leren beseffen wat fair play is.’

Zijn site is niet het resultaat van cultuurpessimisme of van wanhoop over het lot van de mensheid. Integendeel. De site is juist een voorbeeld van menselijk vernuft en zal zich, hoopt hij, ontwikkelen tot een podium voor de mens als moreel wezen. ‘De mens is als enig zoogdier in staat de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen te dragen. Hij kan de consequenties van zijn gedrag overzien, hij kan terugblikken en hij kan plannen maken. Geen enkele andere soort kan dat.

‘Als je zegt dat we onze eigen morele instantie zijn, luidt de reactie vaak: maar dan ben je zelf God. Ja, nou en? Dan bén je maar zelf God. Zolang dat maar betekent dat we meer eisen aan onszelf stellen dan we nu vaak doen. We zijn het als mensen aan onze stand verplicht om elkaar te verdragen en om hoeder te zijn van onze prachtige planeet.’

Maier behoort niet tot degenen die denken dat de mensheid haar ondergang tegemoet snelt. Hij gelooft onverkort ‘in het heil van de technische vooruitgang’ en in het vermogen van de mens zichzelf te corrigeren.

Even positief is hij over zijn persoonlijk leven. Zijn verleden was per saldo ‘glorieus’. Vanuit zijn Haagse flat kijkt hij uit op het landgoed Clingendael. Zelf komt hij er niet meer, maar het uitzicht vergoedt veel. Hij ontvangt enige hulp, maar niet zoveel dat hij zich afhankelijk voelt van derden. Een van zijn dochters woont in de buurt. En ‘de dames van de thuiszorg’ helpen hem in zijn steunkousen. Bijna elke dag iemand anders, dat is waar. ‘Maar ze zijn allemaal vriendelijk en hulpvaardig.’

Lees verder: Volkskrant