Voor mij reed een auto met een kenteken waaraan je zag: jij komt vers van de pers. Glanzende auto’s zijn niet op voorhand nieuwe auto’s. We poetsen heel wat af in ons leven om de glans te bewaren.
Voorin zaten twee mensen. Ik zag ze roken. Dat verbaasde me, want – is mijn idee – roken vervuilt en zeker in een nieuwe auto. We reden achter elkaar op de middelste rijbaan met een gangetje van net iets over de 100. Ik houd niet zo van grenzen en speel er graag mee.
Ik schrok. Plots vloog er iets op me af en viel vlak naast mijn auto neer. Een brandende sigaret. “Zijn ze helemaal gek geworden!! De asbak mag zeker niet bevuild raken, laat staan gevuld. Idioten om mijn leven in gevaar te brengen om een asbak!”
De avond daarvoor sprak de Amsterdamse burgemeester Van der Laan bij DWDD over gedeelde waarden en hoe anderen zich moeten aanpassen aan ‘onze’ waarden. Achter die auto aanrijdend glimlachte ik. Hoezo, ‘onze’ waarden? De één leeft met rondvliegende peuken, de ander zoekt steeds de grens op van het maximale. Is er een grote gemene deler waar we allemaal onze handtekening onderzetten?
Een handtekening onder ‘Je blijft van vrouwen af’ – 40% van de Nederlandse vrouwen kent seksuele intimidatie
Een handtekening onder ‘Je blijft van LBHT’ers af’ – wie leeft er met de gedachte: “Je mag het zijn, maar ik wil het niet zien.”
Onder ‘Vrijheid’ – we blijven discussieren over ‘wat is jouw vrijheid en wat de mijne?’
Onder ‘Menswaardigheid’ – mensen worden ontmenst met etiketten als testeronbom, gelukzoekers en zandeters
Onder ‘Gelijkheid’ – leven we niet allemaal een keer ‘IK een beetje meer dan JIJ’?
Al deze begrippen, al onze waarden. Ze zijn nergens in cement gebeiteld om onze dagelijkse levenspraktijk te kleuren. Je kunt er op googelen, maar dan nog, het zijn aanwijzers. Keer op keer ontdek ik dat ik mijn regels leef, dat ze grosso modo passen bij de grootste gemene deler, de doorsnee-grijze-middenmoot, maar dat ze elke keer weer onderzocht en verwoord moeten worden: waar hebben we het over, in deze situatie?
En ondertussen baal ik van peukenbommen (en van mijn eigen rijgedrag… maar niet heus).