Tien levenslessen van René Gude, Denker des Vaderlands

Sterven-is-doodeenvoudig, Rene Gude

René Gude heeft als Denker des Vaderlands veel betekend voor het bespreekbaar maken van lastige levenskwesties. Voor deze praktisch-filosofische benadering  zijn we hem dankbaar en we hopen nog vaak en veel uit zijn werk te kunnen putten. Omdat hij ons inspireert en uitdaagt om ons eigen leven serieus te nemen.
In december 2014 interviewde Wilma de Rek voor de Volkskrant de stervende René Gude. Dit zijn de levenslessen die hij, terugkijkend op zijn leven, formuleerde.

Wat zou je anders aanpakken als je je leven opnieuw mocht leven?

‘Ik zou vermoedelijk niks anders doen. Omdat ik niet zo ontevreden ben met hoe het is gegaan. En ook omdat ik denk dat ik het allemaal niet beter had kunnen weten dan ik wist toen ik het deed. Ik zou er zeker weer een bende van hebben gemaakt.

’Maar ik zou mezelf wel iets toewensen. Namelijk dat ik efficiënter gebruik had kunnen maken van de ervaring van anderen in het uitvinden van mijn eigen, hoogstpersoonlijke weg door het leven. Ik heb te vaak gedacht dat ik het zelf moest uitzoeken. Voor een deel is dat ook de geest van de tijd: we hebben een individualistische sfeer opgetrokken waarin mensen het idee hebben dat ze het allemaal zelf moeten doen, daar is de nadruk ook erg op komen te liggen: op zelf, op origineel, op creatief, op nieuw, op persoonlijke excellentie. 

’Je moet zelf uitzoeken hoe je na je opleiding een zelfstandig bestaan opbouwt en een eigen gezin; als er in dat eigen gezin iets misgaat, moet je zelf bedenken hoe je die echtscheiding doorleeft; je moet flink zijn als je door een recessie uit je baan getikt wordt; je moet na je pensionering zelf maar bedenken wat je gaat doen, zonder het vangnet van je werk, met de erkenning en het inkomen dat daarbij hoort. 

’Je moet alles maar een beetje zelf uitzoeken, lijkt het. Maar dat is natuurlijk onzin. Het is onzin want alles ís al uitgezocht, door iedereen die dat ook weer hoogst individueel en strikt persoonlijk heeft gedaan. Les 1: ga vooral te rade bij anderen.’

Wat zijn concrete momenten waarvan je denkt: toe had ik moeten terugvallen op anderen?

‘Nou, om te beginnen tijdens mijn studie. Ik heb vijf jaar sociale geografie gestudeerd voor ik erachter kwam dat die studie niet bij me paste en dat ik bij filosofie moest wezen. Vreselijk. Mensen die gaan studeren, zien een soort grabbelton voor zich, een vergaarbak van opleidingen die ook nog eens elk jaar verandert. 

’Als ik beter had geweten wat geografie was, als afzonderlijke studierichting ten opzichte van andere studierichtingen, had ik sneller kunnen besluiten dat ik iets anders moest doen. Wie gaat studeren, moet dat doen in het besef dat je je een taak in het bestuderen van het universum eigen kunt maken, in de wetenschap dat er anderen zijn die andere delen bestuderen. Als ik beter had geweten waar mijn taakje lag, zou ik minder vertwijfeld zijn geweest.

’Om mijn geliefde Descartes aan te halen: als je voor zo’n baaierd aan studiemogelijkheden staat en eigenlijk geen idee hebt waar je moet beginnen, ben je weliswaar vrij – want je bent vrij om iets te kiezen – maar het is wel de laagste vorm van vrijheid. Wanneer je blijft hangen in al die mogelijkheden en de twijfel daarover, komt er niks van je terecht. Je bereikt pas de hoogste graad van vrijheid als je uit alle oneindige mogelijkheden díé studierichting kunt kiezen waarvan je denkt: that’s it. En dat je dan ook niet meer twijfelt.’

Vrijheid is gebondenheid?

‘Zo is dat. Les 2: niet meer twijfelen dan nodig is, je leert er verder niks van.’

Je bent tijdens je studie getrouwd, kreeg al jong twee zoons, Jink en Tibo, ging scheiden en hertrouwde met Babs. Jullie vieren zijn een hecht gezin geworden. Wat is de belangrijkste les die je aan ouders zou willen nalaten?

‘Blijf in de buurt! Les 3. Kinderen komen nooit gelegen, zelfs niet als ze in een sfeer van liefde, kusjes, bloemetjes en snoeperige wiegjes zijn verwekt; ook dan heb je als ouders geen idee waar je aan begonnen bent. Maar wat je ook doet, blijf in de buurt van je kinderen. Dat wil niet zeggen dat je niet mag scheiden van je partner, ik heb het nu alleen over je kinderen.’

En volwassen kinderen, moeten die in de buurt van hun oude ouders blijven?

Les 4, eigenlijk de allerbelangrijkste levensles: streef naar ruimdenkendheid

‘De meeste wijsheidsleren en religies geven wel zo’n soort ‘eert uw vader en uw moeder’-opdracht. De Chinese wijsgeer Lao Tse zegt: als religies ouderliefde zo nadrukkelijk voorschrijven, dan is die kennelijk afwezig; zodra je geboden voor iets moet introduceren, is het dus niet vanzelfsprekend. Ik ben zelf geen voorstander van het ‘zo is de natuur nu eenmaal’-denken: het leuke is juist dat mensen geen dieren zijn. En het gezin is een cultuurfenomeen, een institutie. 

’Dus wanneer je die ouderliefde niet voelt, zul je toch aan de slag moeten. Zet je maar over eventuele ergernissen heen. Je kunt liefde niet in contracten vangen, maar ruimdenkendheid en grootmoedigheid maken elke samenscholing van mensen gemakkelijker. Les vier, eigenlijk de allerbelangrijkste levensles: streef naar ruimdenkendheid. Daar kun je jezelf in trainen.’

Is ruimdenkendheid niet ook een kwestie van intelligentie?

Mensen die elkaar wrokkig de tent uitvechten, met vechtscheidingen en dergelijke, zijn misschien gewoon een beetje dom. ‘O nee, dat kan ons ook overkomen – niet dat ik wil zeggen dat ik nou zo intelligent ben. In mijn familie sleept al een hele tijd een stomme ruzie over een erfenis, echt waardeloos. En ik heb me daarin helemaal niet ruimdenkend opgesteld, eerder woedend en wrokkig.

’Descartes wees er overigens op dat mensen met een snel verstand, dus die heel vlug verbanden zien, een achterstand hebben op mensen die moeite moeten doen om iets door te krijgen. De eerste soort lost pijlsnel situaties op en springt door naar het volgende ding. 

’Die mensen vergeten wat ze gedaan hebben en doorleven hun ervaring van hoe de wereld in elkaar zit minder. Terwijl iemand die niet zo intelligent is – Descartes rekende zichzelf daar nadrukkelijk toe – moeite moet doen. Eerst ziet hij het niet, dan nog niet, maar op een gegeven moment breekt het inzicht door – en dan beklijft het ook; dan is er iets verworven en eigen gemaakt.’

Die ruzie in je familie: wat heb je daarin verkeerd gedaan?

Les 5: maak ruzie! Als je ruzie maakt, ben je in elk geval geïnteresseerd

‘Ik denk dat ik te benauwd ben geweest. Ik heb heel lang dingen niet goed zien gaan, maar was bang erover te beginnen. Ik heb de ruzie vermeden. Les vijf: maak ruzie!

’Je hebt eigenlijk drie modussen waarin je tegenover mensen kunt staan. Je houdt van ze, je maakt ruzie met ze of ze laten je onverschillig. In de eerste twee gevallen gaat het om positieve betrekkingen. Als je ruzie maakt, ben je in elk geval geïnteresseerd: je wilt iets, er moet iets. Het derde geval, onverschilligheid, is erg, althans als het om naasten gaat. 

’Onverschilligheid is het tegenovergestelde van liefde én van haat. Die ruzie is overigens geen doel, maar een middel; je moet het wel proberen te beperken tot een constructief minimum. Er is frictie, die moet uit de weg en soms kan dat niet zonder ruzie. Wie ruzie mijdt, belandt uiteindelijk bij onverschilligheid en als je eenmaal in onverschilligheid terechtkomt, ben je verloren.

‘In liefdesrelaties denk ik verder dat trouw heel belangrijk is. Les zes: wees trouw. Trouw in de zin dat je begrijpt en erkent dat twee levens die voortdurend bij elkaar zitten, af en toe een beetje uit elkaar kunnen gaan; maar dat je dat niet laat verzanden in onverschilligheid. Natuurlijk word je soms moe van elkaar of interesseert het je even minder wat de ander doet, maar dat zijn dus momenten waarop trouw om de hoek komt kijken. 

’Trouw is ook weer een cultuurding, iets dat niet is ingegeven door de natuur maar waar je zelf voor kan kiezen. Als je voor iemand kiest, beloof je elkaar dat je die momenten van onverschilligheid probeert te beperken en in elk geval je godvergeten best voor elkaar gaat doen.’

Ben je Babs altijd trouw gebleven?

‘Ja. Ik ben niet moralistisch hoor, laat iedereen vooral hupseflupsen wat-ie wil. Maar op een gegeven moment hingen er reusachtige billboards in de stad met de tekst: ‘Vreemdgaan geeft kopzorgen’. En ik dacht: verdomd, dat is waar. Overigens begint het natuurlijk wel met de keuze van de juiste partner, Babs is een heel slimme zet van mij geweest. Les 7: het heeft niet zo veel zin uit pure trouwigheid je hele leven bij iemand te blijven die niet bij je past. Dan ben je wel trouw aan die ander, maar niet aan jezelf.’

Hoe zorg je dat je gelukkig bent met jezelf?

‘Dat is een moeilijke. Je hebt mensen die van huis uit redelijk tevreden zijn met zichzelf, en mensen die dat van huis uit niet zijn. Ik hoor bij de laatste soort. Ons soort mensen moet uitkijken dat we niet een zelfbeeld creëren dat nog veel lager is dan het beeld dat de buitenwereld van ons heeft. Dat is een valkuil, een defensieve weg naar geluk, je dekt je in tegen afwijzingen. Als iemand dan zegt: ik vind jou een zak, zeg jij: neeee, het is veel erger: ik ben een klóótzak. Het lijkt een slimme strategie maar dat is het niet. Want wij mensen zijn helemaal niet zo goed in het inschatten van wat andere mensen van ons vinden. Misschien vinden die anderen jou wel heel oké.’

Dus?

Les 8: mensen die te kritisch zijn op zichzelf, moeten milder worden. Als je min over jezelf denkt, loert de depressie, waarbij je in een dal van narigheid zakt en van onvrede over jezelf; waar je familie je niet meer kan bereiken en een psycholoog jaren voor nodig heeft. Ik ken dat gevoel heel goed.’

Als je ooit reden had om depressief te zijn is het nu, in het aanzicht van de dood.

‘En nu heb ik er geen last van. Ik weet sinds een paar maanden dat het binnenkort echt definitief is afgelopen. Dat maakt me ontzettend verdrietig, want ik vind het leven op dit moment juist zo verschrikkelijk leuk; maar het maakt me niet depressief. Ik ben, toen ik de doodstijding kreeg, ook nooit op het idee gekomen om alles vanaf dat moment héél anders te doen. 

’En misschien zou dat wel een tip kunnen zijn voor mensen bij wie het einde nadert, les 9: dat je niet denkt dat je alle gewone beslommeringen waarin je vroeger gevangen zat, opeens achter je moet laten. Zorg dat je geen rare fantasieën krijgt over een laatste periode waarin het leven vrij is van stress, vrij van kibbelen met je partner, vrij van zorgen over god mag weten wat.’

Want als je dat doet, verklaar je eigenlijk met terugwerkende kracht je leven voor mislukt?

‘Ja, je verklaart je leven voor waardeloos. Want al dat gekibbel en al die zorgen, dat wás je leven. Door min of meer door te gaan met wat je altijd gedaan hebt, stem je in met wat je gedaan hebt. En je hoeft niet eerst dood te gaan om daar achter te komen. Les tien en slot: neem steeds de tijd om terug te kijken naar wat je hebt gedaan, en doe dat met een zekere mildheid.

’Ik had tijdens mijn quarterlife-, midlife- of god weet welke crisis natuurlijk ook al kunnen verzinnen dat de oplossing niet lag in het omgooien van het roer, om vervolgens naar een nieuwe toekomst toe te knallen. Wie denkt dat hij alles volledig verkeerd heeft aangepakt, laadt zichzelf op met de ambitie om het allemaal héél anders te gaan doen. En dat is zwaar. Misschien lukt het, maar het is zwaar. Je kunt misschien beter een beetje instemmender kijken naar wat er is geweest. Dan wordt het leven draaglijker.’

Stel dat de almachtige en volgens jou niet bestaande God je een jaar of tien geleden de keuze had voorgelegd: worden wie je bent en beroemd maar relatief jong eindigen als Denker des Vaderlands, of min of meer 85 worden?

‘Om te beginnen zou ik willen dat die niet bestaande God roken gezond had gemaakt. Een pakje Lucky’s a day keeps the doctor away – weg met die appels. En verder had ik gekozen voor in alle anonimiteit 85 worden. Met Babs, Jink en Tibo en hun kinderen tot op hoge leeftijd wandelingen maken in de Alpen: dat lijkt mij het mooiste wat er is.’

Het hele artikel is te lezen op de website van de Volkskrant.