Samen


Vandaag was bijkomen van een verrassingsfeestje voor ons zusje – haar eretitel binnen het stamgezin. Ze werd deze week vijftig. Met werk, het opstarten van een bedrijf en nog eens een flinke verkoudheid er overheen kwam het haar goed uit dat ze alles uit handen kon geven. Ja, kon, want controlefreak als ze is (eigen beschrijving) heeft ze graag het leven in eigen hand.

Op de ochtend van het feest ontvingen we het bericht dat de zoon van een zeer goede collega was verongelukt. Een jonge vent met meer toekomst dan verleden.
Tijdens het pianospelen vanmiddag resoneerde verdriet – om haar, om wat zij nu doormaakt. Verlies.

Dit weekend las ik een artikel over ouder worden. “Niet is treuriger dan een ouder wordende vrouw die zich vergeefs vastklampt aan de schoonheid van de jeugd. (…) Stop met dat treuren en je generen voor iets waar je niks aan kan doen. (…) Wie niet ouder wordt, is dood.”
Ik stond niet te jubelen toen ik ontdekte dat mijn lijf aan het veranderen was, echt niet. Het was even slikken, dat verlies van jong-zijn. Maar of ik mijn jubilea vierde? Maximaal. Ouder worden is leven met een minder slanke taille, met kraaienpootjes en met het haar verschoten van donkerbruin naar grijs. Is leven met het besef dat vergankelijkheid meeleeft. Hóe we ouder worden hebben we deels in de hand, de dood niet.

Een ander artikel hield een pleidooi voor verbondenheid: ‘Waken over het wij’. De schrijfster vertelt haar kinderen, dat tijd doorbrengen met je vrienden even belangrijk is als voldoendes halen: “Wat heb je aan hoge cijfers, aan een mooie carrière (…) als je gebukt gaat onder een depressie omdat je geen contact kunt maken met anderen?”

“Want op een dag schuift de maan voor de zon, dan vertrekt of sterft je geliefde.”
(uit Waken over het wij).

Gisteren vierden we het leven met ons zusje als stralend middelpunt. Omringd door familie en vrienden had ze zich overgegeven aan het onverwachtse. Ze genoot. “Het is niet vanzelfsprekend om vijftig te worden. We hebben het in ons gezin van dichtbij meegemaakt. Ik ben blij dat ik hier sta.”