Kunsten kunnen de democratie redden
Opinie Nu de democratie onder druk staat, moeten we de tijd nemen om te Kijken, Luisteren en Begrijpen, schrijft Gijs Scholten van Aschat. Koester daarom de Kunsten.
@NRC 18 november 2016
auteur Scholten, Gijs Gijs Scholten van Aschat is acteur en bestuurslid bij de Academie van de kunsten
Beste Kamerleden, het is een enerverende periode. Brexit en koud daarop Trump. Verwarring. De een zegt dit, de ander zegt dat, de meningen vliegen je om de oren. „Iedereen zat ernaast en de media falen.” „De politiek is schuldig.” Meteen is er een schuldvraag. Feiten worden gewantrouwd, de emotie regeert.
Toen ik recentelijk in een toespraak Hans van Mierlo memoreerde, sprak ik over zijn gave te luisteren. Een debat begint bij het luisteren naar de ander. Democratie begint bij een gezamenlijk probleem. Dat gezamenlijk opgelost moet worden. Voor het oplossen zijn een aantal vaardigheden nodig. Kijken, Luisteren, Begrijpen en Reflecteren. En misschien wel de belangrijkste van allen: Tijd. Tijd nemen om over iets na te denken. Er omheen lopen. Van alle kanten bezien. En dan komt de verbeelding er nog bij. Om je de oplossing te verbeelden, je voor te stellen en te verwoorden. Misschien heet dat in de politiek ‘een Visie’.
Aan Ghandi werd gevraagd hoe hij moeilijke beslissingen nam. „Each morning I meditate for an hour.” En toen vroeg de man: „But if it’s stressfull and you have to make important decisions and there is no time?” Ghandi antwoordde: „When there is no time I meditate for two hours”.
Als er een plek is waar kijken, luisteren, begrijpen, reflecteren en verbeelden hoog in het vaandel staan, is het in de Kunsten. In het theater, de concertzaal, in het museum.
Je zet je telefoon uit en in een gezamenlijkheid met de andere bezoekers ervaar je hoe het is om alleen te kijken en te luisteren. En niet meteen iets te vinden. Uit vele onderzoeken in het onderwijs blijkt dat kijken en luisteren zo’n beetje de belangrijkste vaardigheden zijn voor de ontwikkeling van de verbeelding, ze zijn van belang voor onze kinderen om in de toekomst mee te kunnen komen, en om empathie te kunnen ontwikkelen.
Ik was in Japan in een museum op het eiland Naoshima. Daar mocht je met een beperkt aantal mensen de zaal in, op sokken, zonder telefoon, en er mocht niet gepraat worden.
Wat een ervaring. En ook zo confronterend. Je deelt met niemand iets. Je kijkt alleen maar. „Kijken en nog eens Kijken, is dat nou niets doen?”, vroeg de dichter Pessoa zich af. Nee, concludeerde hij, het is juist heel veel doen. Als Kunst je dat leert, en als die verworvenheden zo belangrijk zijn voor het Onderwijs en voor de Democratie, dan zou er toch niet zo veel gedoe moeten zijn over de 14 miljoen die nodig is om een aantal cruciale kunstinstellingen overeind te houden?
Als ik politici spreek, en dat zijn er inmiddels wel een paar uit verschillende geledingen, zijn ze het eigenlijk allemaal met me eens, „Maar”, zegt de een, „er mag geen geld bij. Bussemaker moet het binnen de begroting van OC&W oplossen”. Een ander zegt: „Ja, er moet geld bij, maar het initiatief kan niet vanuit onze partij komen.” En weer een ander: „Als ik voorstel dat er geld bij moet, gaan de anderen dat zeker niet steunen.”
Kinnesinne, gedoe.
Zo dreigt het Kijken, Luisteren en Begrijpen te verworden tot een partijpolitiek spel.
Geachte Kamerleden, op 21 november behandelt u de Kunsten begroting, neem geen risico het spel te verliezen. Er zal meer verloren gaan dan het spel alleen.
In de chaos van deze tijd, op het moment dat de democratie onder druk staat, moeten we de tijd nemen onze waarden te definiëren, en te reflecteren op wat voor onze maatschappij, zoals wij die voor ogen zien, belangrijk is. De Kunsten kunnen dat, in al haar ambitie en soms onbeholpenheid. Laten we samen zoeken naar inzicht.
Gun ons alstublieft de mogelijkheid daartoe.
PS. In Duitsland werd onlangs het cultuurbudget ongevraagd verhoogd met 600 miljoen euro voor de komende jaren.