‘Vanmorgen heb ik een heleboel leuke spulletjes gebracht, o.a. een kinderwagen.’ Deze woorden kreeg ik vandaag in mijn mailbox. Zeventien woorden en een hele wereld daarachter. Een vrijwilliger aan de slag voor een gevluchte moeder, onzichtbaar en stil aan het werk in de schaduw van het nieuws.
Een week geleden zagen we op het journaal, in de krant, bij DWDD en op social media een vader met peuter tijdens de pepperspray-demonstratie in Spijkenisse. De kleine hotste mee op de grote sterke arm, te klein om zijn oortjes af te sluiten voor de woorden van zijn vader: “De piemel moet erin.”
We zijn geneigd om dit gedrag af te keuren. Zoiets doe je niet en zeker niet waar het kind bij is. Wat zich hier voor ons ogen afspeelt is het emotionele gedrag van een man, gedreven door gedachten. Welke? Daar kunnen we slechts naar raden. Wát hij laat zien is voor nu interessant. De man toont emotie, ongebreidelde emoties die veel mensen in de publieke ruimte achterwege laten. Immers, het is niet fatsoenlijk om jezelf zo te laten gaan. We laten van ons horen, maar dan wel graag ‘volgens de regels van het verstand’. Emoties zijn voor thuis.
Dit fatsoenlijk gedrag, zoals Jan Bransen als filosoof in zijn boek Word zelf filosoof laat zien, is onpersoonlijk, niet gekleurd door het hart. Het is gerationaliseerd gedrag ‘zoals het hoort’. Zo zijn we opgevoed en tot voor kort deden ‘we’ het zo in Nederland.
De spelregels lijken veranderd. Op dit moment wordt een belangrijk deel van de publieke ruimte bezet door negatieve emoties. Opgestoken middenvingers, vuisten, maar ook vliegende dranghekken bepalen het nieuws. Zoveel dwingender in hun symboliek, zoveel meer opvallend dan de zogenaamde positieve emoties. Blijdschap, vriendelijkheid, betrokkenheid in de vorm van een glimlach, een vriendelijk woord, een arm om de schouder, een knipoog of een toegereikte hand.
Laten we deze emoties zien in de openbare ruimte? Waar is díe kleur van het hart? Wordt het niet tijd dat we uit de schaduw stappen en nadrukkelijker zachtere kleuren de ruimte inbrengen? Zichtbaar, ongegeneerd openlijk. Hóe is misschien nog de vraag, niemand heeft het ons geleerd. Of wel, maar hebben we het afgeleerd. Zijn er symbolen voor krachtige emoties als vriendelijkheid, verbondenheid?
Laten we beginnen. We hebben lang genoeg in de schaduw geleefd. Begrijp me goed, niet om tegenwicht te bieden. Het gaat hier niet om goed of fout, of om strijd. We gaan er ZIJN, volgens de spelregels van rede én emoties. We kleuren onze ruimte sympathiek.