Laatst kreeg ik de vraag om mee te zoeken naar een wiegje voor een vluchtelingenbaby. Als ik hoor dat er ergens een kleine wordt verwacht, ben ik geraakt. Mensen leven in onzekerheid, hun toekomst is zo ongewis. En ze gaan door met leven. Alsof ze de belofte de wereld in brengen.
Sinds een paar weken ben ik thuis. Fysiek ging het niet zo geweldig. Een longontsteking, zei de dokter. Ik was eigenlijk wel opgelucht. Niet zozeer vanwege een verklaring voor het hoesten, maar eerder voor de vermoeidheid. Ik weet donders goed waar ik energie ben kwijtgeraakt, afgelopen jaren. Ongemerkt vloeide het weg. Door de diagnose gebeurde het tegenovergestelde. Ik deed als het ware een jasje aan, beschermde mezelf letterlijk en figuurlijk. Buiten komen deed ik niet. Mijn huis is mijn home. De plek van mijn winterslaap.
Langzamerhand komt de stoommachine weer op gang. Ik app met mijn broer over Hannah Arendt. Over hoe zij de fysieke geboorte als een eerste geboorte ziet en het naar buiten treden, de wereld in, als een tweede. Daarmee bevestigen we de eerste geboorte en aanvaarden we de consequenties.
Ik laat mijn neus weer zien. Ook al schijnt het buiten nog koud te zijn…