Nederland rouwt

Pozzo della Chiana, La Scuola, academie voor levenskunst
Deze weken komt de aankondiging verschillende keren per dag op de televisie voorbij. De kranten schrijven eenzelfde verhaal. Een jaar geleden verongelukte de MH17. Nederland rouwt.
Elke keer weer valt me die zin op: Nederland rouwt. En elke keer weer denk ik: en ik niet. Niet op deze manier.

Een jaar geleden waren wij in Toscane voor onze jaarlijkse bezinningsweek. Het zijn inspannende weken van intense concentratie. Anderen aandachtig volgen in hun zoektocht, in hun ontwikkeling blijft hogeschoolkunst. Gelukkig worden we elk jaar weer verwend door een fantastische crew met gouden handjes. We bliezen even uit voor het gezamenlijk diner – ik keek verlekkerd uit naar de slow food-verrassingen van die avond – en reflecteerden op wat we hadden waargenomen, bij onszelf en bij de deelnemers.
Die avond zou mijn moeder komen. Ook dat gaf een verwachtingsvolle spanning. Mijn vader was een paar maanden daarvoor overleden. Ze was nog nooit alleen op vakantie gegaan, laat staan met een vliegtuig. Al weken voor de reis stond in haar huis de tas met het nieuwe zwempak klaar. In datzelfde dorp hadden we voor ons vertrek afscheid genomen van mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder ziek, mijn schoonvader doodziek.
Deze cocktail van gedachten en emoties ontving die avond het bericht van de ramp. Onze schoondochter vertelde het, in dat tussenmoment. Ik keek haar aan en reageerde. En ging weer verder.

’s Avonds arriveerde mijn moeder. Dolgelukkig, in opperste verwondering over de vlucht boven de wolken. Haar chaperones waren twee nichtjes van zestien. Een dag later begon onze vakantie. Die nacht werd er ingebroken. Geoefende pantoffels liepen tot ver in ons vakantiehuisje en in die van onze buren, mijn zus, broer en de nichtjes. Middenin de nacht liepen we door de donkere tuin van onze agriturismo, op zoek naar de restanten van de handbagage. Het verlies konden we accepteren en in het ochtendlicht startten we zoals we van plan waren: met cappuccino op het terras in het dorp. De nacht daarna ging rond hetzelfde tijdstip de telefoon. Mijn schoonvader was overleden. Weer waren we middenin de nacht wakker onder die grote sterrenhemel. Elkaar troostend opzoeken doet een mens goed.
Nederland rouwt. Het zijn grote woorden. Ik kan ze begrijpen. En ze gaan niet over mij.

Gisteren las ik een tekst van Wittgenstein (filosoof, 1899-1951). Hij heeft het over persoonlijke ervaringen waarvan we denken dat die op elkaar lijken, maar die nooit hetzelfde zijn. ‘Als ik een doosje heb met een kever erin, is dat amper een reden om aan te nemen dat iedereen die een doosje heeft, daarin ook wel een kever zal hebben. Bovendien is het geen goede reden om te ontkennen, dat er nog ergens anders kevers kunnen zijn dan alleen in doosjes.’
‘Ik weet wat jij voelt,’ hoor ik wel eens zeggen. We hebben niet hetzelfde doosje, laat staan dezelfde kever.

Nu, een jaar later, lees ik in Trouw het verhaal van een moeder en zus over hun overleden dochter en zus. Het raakt me. Maar het is hun rouw. Unieke rouw.