Ans Weersink weet waarover ze spreekt bij nabuurschap, of noaberhulp zoals ze het in Twente noemt. Al jaren woont ze in een klein dorp en ze praktiseert wat ze uitdraagt: Wees je bewust dat je iets kan betekenen voor een ander. “Er zijn mensen die het minder getroffen hebben. Ze kunnen naast je wonen.”
Ans heeft de samenleving zien veranderen en dat heeft consequenties voor noaberhulp. Op scholen wordt de jeugd al vroeg geleerd prestatiegericht te werken. Jonge ouders hebben de handen vol aan het gezin in combinatie met hun werk, zeker wanneer beide ouders buitenshuis een baan hebben. Wanneer is er tijd om even stil te staan? Vroeger was er veel meer aandacht voor persoonlijke vorming. Je moet met samen-leven kunnen omgaan, dat wordt niet meer geleerd. Nu wordt het gewaardeerd dat je al als jong volwassene een eigen bedrijf start, en je eigen baas bent . Maar dat is het niet alleen. Je moet ook weten hoe je met anderen om gaat wie je als mens bent. Wie ben je als baas? Hoe ga je daarmee om? Onderwijs verschraalt. Het is niet zo zwart-wit zoals ik het nu stel en er is tegengas – de crisis roept dat op – maar we zijn wel erg gefocust op prestatie. We willen minder afhankelijk van elkaar zijn en zijn – lijkt het – minder betrokken op elkaar. De religieus gekleurde ‘naastenliefde’ staat niet meer zo hoog in het vaandel.
Ook het platteland, waar de mens zichtbaarder is dan in de stad heeft Ans zien veranderen. Voorheen waren er in een buurt een klein aantal grote boeren en veel kleine boeren erven. Dat was heel bepalend voor het (samen) leven op het platteland. Het sociale leven, de gewoonten werden generaties lang mee bepaald door de rechten en plichten, gebonden aan de boerenerven, door de sociale structuur en de ‘fysieke afstand’ tussen de boeren.
Industrialisatie en vooral de schaalvergroting heeft daar veel veranderingen in gebracht en heeft ook noaberhulp veranderd. Mensen zijn niet meer zo betrokken op elkaar. Eerder vertelde ik over de verschraling in het onderwijs en het-geen-tijd-hebben van werkende ouders. Noaberhulp zoals ik dat nog ken – hulp bij ziekte, geboorte en sterven – dat zie je nauwelijks nog. Mensen willen niet meer afhankelijk zijn van elkaar. Men wil zelf bepalen wat voor hulp men wil. Zorg in de buurt is door instituten overgenomen. De betrokkenheid is minder persoonlijk geworden.”
“Waarom noaberhulp belangrijk is? Heb je een boodschap aan een ander? Realiseer je je dat een ander het lastig kan hebben? Ben je je er van bewust dat je iets kan betekenen? Bewust worden laat je anders kijken. Het levert onszelf én de samenleving iets op. Leer de kinderen dat je samen iets doet, dat je kunt groeien in jezelf. Dit lijkt me goed voor BV Nederland. Zeker nu we vluchtelingen ontvangen. Het kan ons leven verrijken. Naar elkaar omkijken is een uitdrukking van humaniteit, van menselijkheid. Als je hier geen boodschap aan hebt…”
De gekozen illustratie is werk van beeldend kunstenaar Paola de Bruijn en heet Urban Illusion II. Paola heeft in dit kunstwerk een foto van een maretak bewerkt.
La Scuola is in het seizoen 2014-2015 gestart met Levenskunst in Twente waarin zij samenwerkt met Twentse organisaties: Cinementaal, Boekhandel Broekhuis en de Volksuniversiteit. Betrokkenheid in de buurt heet in Twente noaberschop. Ongeschreven regels bepaalden en bepalen op sommige plekken nog steeds de omgang tussen buren. Nabuurschap is in 2015-2016 het jaarthema.