Ze kwam bij me met het hoofd gebogen. Op het puntje van de bank – een plek waar mensen graag zitten omdat ze van daaruit ver weg kunnen kijken, richting horizon – vertelde ze haar verhaal. Ze trok het niet meer. Er speelde teveel, thuis en op het werk. Ze had zo hard gewerkt en nu was ze dood- en doodmoe.
Ja, er zijn dikke Ikken op de wereld, ik hoor het u zeggen. Zelf ben ik er af en toe ook één. Dan is mijn ego onbeheerst en verlies ik mezelf in grote woorden.
En er zijn zoveel kleine Ikken. Mensen die van jongs af aan hebben geleerd om aardig te zijn voor de mensen om hen heen. Die zich schikken en hun eigen verlangen en behoeftes niet meer kennen. Die gewend zijn om voor een ander te denken, zodat ze op tijd kunnen helpen. Die denken dat ze voor een ander kunnen denken…
Wist mijn bankzitter wat het haar opleverde, zorgen voor een ander, denken voor een ander, voelen voor een ander? Na even zoeken kon ze dat onder woorden brengen. “Het geeft me een gevoel dat ik gezien wordt. Dat ik er mag zijn, maar ook een gevoel van controle. Ik kan op tijd reageren en word niet verrast. Maar wat nog sterker is, als ik dat niet doe, zo voor een ander denken, voel ik me schuldig. Dan denk ik toch alleen maar aan mijzelf?!” De verontwaardiging spatte er nog net niet vanaf.
Het blijft bijzonder om te zien hoe mensen van de ene gedachtecirkel naar de ander kunnen springen. Hoe ze in uitersten leven alsof er geen tussenweg is, geen midden. Alsof er alleen of/of is en geen en/en: er zijn voor de ander EN er zijn voor jezelf…
Zichzelf klein maken gaf haar controle, een idee van bestaan. Leven in dienst van de ander, verantwoordelijk zijn voor een ander… Maar ook een berg schuldgevoel, ze kon immers nooit voldoen aan het appèl wat ze meende te zien.
Denken voor een ander, voelen voor een ander… het was een onmogelijke opgave, daar kwam ze nu achter.
(Lukt het jou om in de huid van de ander te kruipen, zodanig dat je precíes denkt wat de ander denkt, voelt wat de ander voelt? De ander die zo bijzonder is, uniek als zoon, dochter, vriend, collega enzovoorts? In onze praktijk hoor ik het regelmatig ‘ik voel precies wat de ander voelt’. Hoe lukt jou dat?)
Ze keek stil voor zich uit. Tja, het was onmogelijk waar ze mee bezig was. Maar… hoe dan wel…?
Vertrouw je erop dat het antwoord een keer komt? Zullen we het antwoord in de toekomst leggen?
Waar verlang je nu naar? “Rust.”
Langzamerhand kwam ze tot zichzelf. Bewust van haar eigen Ik.
foto: kunst van Lotte Blokker, de Fundatie Zwolle
fotograaf: Gerard Oonk, gofoto.nl