Levenskunst, een scheppende kunst


‘Als Jezus Christus nu geleefd zou hebben, zou hij stervenshulp hebben geboden.” Joep Dohmen, schrijver van bestsellers over levenskunst opent het gesprek over ‘voltooid leven’ fel. Hij heeft zich namelijk gestoord.

“Onlangs sprak predikante Annemarieke van der Woude in Trouw over ‘voltooid leven’. Tegenover de notie van voltooid leven zet zij toch weer de oude gedachte van het leven als een gave. Daar ergerde ik mij aan.

“Door de moderne technologie en toegenomen levensverwachting is de problematiek van het ouder worden in onze westerse wereld massief te noemen. Om die het hoofd te bieden zouden christenen en humanisten elkaar de hand moeten reiken, en niet teruggrijpen op zulke oude katholieke noties, maar samen op zoek moeten gaan naar een nieuwe ars moriendi.”

Het leven als kunstwerk
Bij deze kunst van het sterven kan volgens Dohmen, behalve schrijver ook hoogleraar ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht, het woord ‘voltooid’ wel degelijk een belangrijke rol spelen.

“Maar op een andere manier dan Van der Woude het begrip gebruikte. De mogelijkheid het recht in eigen hand te nemen als jij je leven ‘voltooid’ acht, noemde zij egocentrisch: jouw leven is misschien wel voor jou voltooid, maar niet voor je kleinkinderen. Bovendien weet je niet of er morgen niet een nieuwe zin, betekenis of hoop kan opduiken, die jouw zogenaamd voltooide leven toch weer onvoltooid doet lijken. En je moet het maar kunnen: opa legt zijn kleinkinderen uit dat hij er volgende week vrijdag mee ophoudt.”

Vooral met deze laatste kritiek op het begrip ‘voltooid’, zegt Dohmen, stuit Van der Woude op het maakbaarheidsprobleem. “Zij meende dat deze maakbare dood zou aansluiten bij de gedachte van het leven als kunstwerk. Je hebt van je leven een kunstwerk gemaakt, en nu wil je dat kunstwerk niet bederven door er te lang aan te blijven prutsen.

“Met de laatste scheppende daad, de eigen dood, zou het kunstwerk dan voltooid worden. Nu heb ik de laatste jaren veel geschreven over levenskunst en het leven als kunstwerk. Ik heb daarbij gemerkt dat vooral dit laatste begrip opgevat wordt als een plat pleidooi voor autonomie, terwijl ware levenskunst hier juist het tegendeel van is.”

Beeldhouwkunst en levenskunst
Een van de boeken van Dohmen heet ‘Het leven als kunstwerk’. Onlangs werd het opnieuw uitgebracht, als boek samen met een box luister-cd’s. Op de eerste cd legt Dohmen uit dat het idee om van je leven een kunstwerk te maken een oude gedachte is die in de jaren tachtig herijkt werd door de Franse filosoof Michel Foucault, die zich in een interview afvroeg: ‘Waarom zou niet ieders leven een kunstwerk kunnen worden?’

“Op de cd-box ga ik in op de vergelijking tussen beeldhouwkunst en levenskunst. De belangrijkste overeenkomst is dat het in beide gevallen om een scheppende en vormende activiteit gaat. Verschil is dat een levenskunstenaar die zichzelf bewerkt daarna anders in het leven staat. Het leven als kunstwerk verwijst niet naar een notie van voltooidheid, maar naar de kunst om open en vitaal in het leven te blijven staan.”

Onderzoek naar begrip ‘voltooid leven’
Juist omdat er misverstanden dreigen, zegt Dohmen, is het goed om het begrip ‘voltooid’ te onderzoeken. “Ik pleit voor een nieuwe agenda voor de tweede levenshelft. We moeten niet pas over onze eindigheid nadenken als de dood nabij is.

“Onze derde levensfase speelt zich af tussen de 60 en 85: de kinderen zijn de deur uit, het arbeidsproces is afgerond, we zijn min of meer welgesteld en dan – dan verwachten we overspoeld te worden door een Zwitserlevengevoel. Flauwekul.

“Wij missen in het Westen een cultuur van goed ouder worden. De Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung vergelijkt het leven van de mens met de zon: opkomend in de ochtend, in de middag fel schijnend met een enorm bereik, en verzwakkend in de namiddag en avond. Jung zegt dan: ‘De namiddag moet een eigen zin en doel bezitten, en kan niet alleen een beklagenswaardig aanhangsel van de ochtend zijn.'”

Van levensstijl veranderen
Over dat eigen doel moeten we volgens Dohmen nadenken. Wat hoort tot de kunst van het ouder worden? “Dat we van levensstijl veranderen. Minder op onszelf gericht raken, want we hebben de meeste van onze doelen al bereikt. Minder op comfort gericht, minder activistisch, meer bezonnen, meer tijd voor de ander, voor de volgende generatie.

“Heel positief: wij hebben een enorme kennis en levenservaring opgedaan die we zouden kunnen inzetten voor advies aan jongeren die met het leven worstelen. Deze levensfase is bij uitstek geschikt voor vrijwilligerswerk. Wie zo leeft, komt langzaam in de zone waarin de vraag naar een voltooid leven aan de orde is.

Drie betekenissen
“Voltooid leven k
ent minstens drie betekenissen. Bij de eerste denk ik aan een huis, een schilderij. Dat kan voltooid zijn, af. Maar ons leven is geen product, is geen klus die geklaard kan worden.

“Bij de tweede denk ik aan belangrijke doelen die een mens zich gesteld heeft: kinderen krijgen en opvoeden, je werk goed doen, een organisatie leiden, een boek schrijven. Van iemand die tijdens het streven naar deze doelen overvallen wordt door de mededeling dat hij nog maar drie maanden te leven heeft, zeggen we: dit leven wordt afgebroken. Dat is dus een ónvoltooid leven.

Je zou je kunnen voorstellen dat hoe meer iemand bereikt heeft waarna hij streefde, des te meer iemand bereid zou moeten zijn, zijn of haar dood onder ogen te zien. Dan nadert het menselijk leven zijn voltooiing.

“In de derde betekenis vat ik voltooid op als te moe, te zwak en te traag om nog vorm te geven aan je leven. Voltooid in de zin van verzadigd, de mogelijkheden zijn fysiek en mentaal uitgeput. Je kunt niet alleen actief, maar zelfs passief niet meer de rol spelen om er voor anderen te zijn.

“Het leven wordt eerder een straf dan een gave, je kunt het niet langer opbrengen. Op zo’n moment zouden de kleinkinderen kunnen opstaan en om opa heen gaan staan: ‘Opa, wij helpen jou dood te gaan, want wij zien dat jouw leven voltooid is’. Dat is de stervensbegeleiding die Jezus gegeven zou hebben.

Een spiegel van het geleefde leven
“Als kleinkinderen in staat zouden zijn op deze manier met opa te spreken over voltooidheid, en daarmee een aandeel nemen bij de stervensbegeleiding, dan kan er op een passende wijze gestorven worden. Dan kan iemands dood in overeenstemming raken met zijn leven, een spiegel worden van het geleefde leven.

Dan spreken we niet alleen over levenskunst maar ook over stervenskunst. Dat is geen platte zelfbeschikking, integendeel, deze twee kunstvormen zijn uitermate sociaal, en kunnen alleen beoefend worden in relatie met de medemens.

Zelfbeschikking betekent zo niet dat je op je eentje besluit er een eind aan te maken, maar dat je na een proces van voltooiing en in samenspraak met je dierbare naasten, besluit te sterven. Dat is de ars moriendi die ik voor me zie.”

Levenskunst

Levenskunst of bestaansethiek is een vorm van ethiek die de afgelopen decennia grote belangstelling geniet. Filosofen als Michel Foucault en Pierre Hadot hebben in de jaren tachtig gepleit voor een terugkeer van de levenskunst. Zij ontdekten deze bestaansethiek in de klassieke oudheid en probeerden die voor de moderne samenleving te actualiseren.

In hun voetspoor werken tal van moderne filosofen, zoals Martha Nussbaum, Charles Taylor en Joep Dohmen aan een nieuwe levenskunst. Centrale notie in de levenskunst is ‘zorg voor zichzelf’. De inzet van de levenskunst is om zichzelf mentaal en moreel weerbaar te maken en daardoor een goed ouder, partner, vriend en burger te worden.

Uit vrije wil

De groep ‘Uit vrije wil’, die zich inzet voor de stervenshulpverlening aan ouderen met een voltooid leven, wil ‘voltooid leven’ als grond voor euthanasie in de wet. In de huidige euthanasiewet wordt stervenshulp alleen toegestaan wanneer er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, met als grondslag een medisch classificeerbare ziekte of aandoening.

26 juli 2011, Trouw

Joep Dohmen, ‘Het leven als kunstwerk’ (cd-box en boek). Ambo/Anthos, Amsterdam. Isbn 9789089930248; 6 cd’s/ 264 blz. €49,95.