De zweefvlucht van Van Persie was van een ongekende schoonheid, ook als je niet van voetballen houdt. ‘Het was een kwestie van volharding. “Elke keer blijf ik dat loopje maken, in de hoop dat de bal halverwege dat loopje onderweg is. Alles viel goed in elkaar. Ik moest wel een keuze maken. Als je de bal ziet komen, kan die iets te ver zijn, of iets te kort. Dan denk ik: ga ik de bal met de borst aannemen of niet? Heb ik genoeg ruimte? Alles moet samenkomen en binnen een halve seconde moet ik kiezen.” Zoals de Volkskrant schreef, ‘al die kunde en kennis vloeiden samen in zijn mogelijk mooiste doelpunt als international’
Voetballers lijken buiten de werkelijkheid te leven. Elke dag spelen ze met de bal en het salaris wat ze daarvoor krijgen neemt wereldvreemde proporties aan. Je kunt er ook anders naar kijken. Voetballen is werkelijkheid. Voetballen gaat over ons en ons dagelijks leven. Op het veld verdient samenwerking niet altijd de schoonheidsprijs. Mensen worden onderuit geschoffeld of krijgen een stevige por tussen de ribben. Ook wij worstelen met communicatie. Struikelend over onszelf brengen we ons zelf onder woorden. Herhaaldelijk doen we pogingen om de ander te bereiken, de ene keer genadelozer dan de andere keer. Op communicatieworkshops leren we handige trucjes en zo gooien we op een dag heel wat hengels uit om de ander in onze denkwereld te trekken (want alleen die is juist). We leren nee-zeggen, want alleen dan geven we onze grenzen aan, zegt men. Ongemerkt leren we op een harde manier om samen te leven. Vaak met meer aandacht voor onszelf dan ook voor de ander, met hier en daar een tackle.
Ontdekken we een andere manier van communiceren, duidelijker, respectvoller met verantwoordelijkheid voor eigen gedachten en gevoelens, dan moeten we opnieuw leren fietsen. Wat zeg ik wel en wat niet? Hoe blijf ik trouw aan mezelf én weet ik me te verbinden met die ander. Hoe breng ik mijn eigen verlangens en behoeftes onder woorden zonder de ander aan te vallen vanuit mijn allergie of omdat ik het altijd zo goed weet (voor de ander). Wat is voor mij waardevol en zal ik nooit opgeven?
Van Persie leerde als kleine jongen koppen, maar zijn kwaliteit zakte in de loop der jaren weg. “Totdat ik inzag dat ik niet genoeg doelpunten maakte met mijn hoofd. (…) Je moet finetunen, trainen, dan gaat het in je systeem zitten. Ik leer nog elke dag bij.” Hoe komen wij weer bij wie we willen-zijn in plaats van moeten-zijn: een mens tussen mensen met menselijke communicatie?
In het moment zelf stelt Van Persie zichzelf vragen over hoe hij de bal gaat aannemen en over voldoende ruimte. Binnen een halve seconde moet hij kiezen. Vraagt communicatie niet eenzelfde bewustwording en keuze? Hoe luister ik? Ben ik met mijn aandacht in het gesprek? Op welke woorden ga ik in en welke laat ik liggen? Hoe laat ik mezelf zien en van mij horen? Communiceren vraagt afstand, ruimte. We hebben ons te verhouden tot de ander. Dan kan niet door bovenop iemands lip te zitten. Wel door je eigen ruimte leeg en zuiver te houden. Door betrokkenheid en invloed niet door elkaar te gooien en verantwoordelijkheden die niet van jou zijn naar binnen te trekken. Door jezelf uit te dagen op het ontwikkelen van zelfkennis, zodat er innerlijk meer speelruimte ontstaat om leven en samenleven vorm te geven.
Reflectie is geen vies woord voor softies. Het is wat voetballers dagelijks doen. Door onszelf te trainen in zuivere communicatie zullen we steeds meer samenvallen met onszelf. “Hoe het dan samenvalt, is een kleine droom.”