Lefje | Het recht om te herinneren

foto

Met de komst van internet is er een virtuele wereld ontstaan waarin, naar het schijnt, talrijke documenten en foto’s van ons ronddwarrelen waarvan we het bestaan niet meer weten. Documenten waarvan we achteraf zeggen: dat gaat over mij, maar zo wil ik niet meer zijn. Vandaag opende Trouw met een artikel over Google en de Nederlandse Don Quichot, Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens. Kohnstamm hoopt op een nieuwe wet waarin ‘het recht om vergeten te worden’ vastgelegd kan worden. Als reactie daarop zegt Gerrit-Jan Zwenne, hoogleraar recht in de informatiemaatschappij aan de Universiteit Leiden: ‘Internet vergeet niet en dat moeten we accepteren. Het is beter te accepteren dat we niet altijd blij zijn met informatie over ons op internet. Net zoals we niet altijd blij zijn met de werkelijkheid.’

Ik las dit aan de ontbijttafel en dacht terug aan de afgelopen weken. We hebben net mijn vader begraven en in de dagen daarvoor, zittend rond de tafel in het ouderlijk huis, deelden we grote en kleine verhalen vanuit onze eigen beleving. De een wat smeuïg of kritisch – we zijn niet altijd blij met de werkelijkheid… – de ander zacht en begrijpend.

Stel, mijn vader had de Kohnstamm-route gevolgd en een testament nagelaten waarin was opgenomen ‘het recht om vergeten te worden’. Wat had dit voor ons betekend? Hadden we dan ook rond de tafel gezeten? En hoe zouden we verder gegaan zijn? Zouden we als kinderen en kleinkinderen van deze vader en opa zonder verhalen door kunnen leven? Zouden we dan niet geamputeerd rondlopen, zonder verhalen over gezamenlijke herinneringen? We zijn mens dankzij andere mensen. Verhalen verbinden ons en geven ons leven betekenis. Een mens kan het recht opeisen om vergeten te worden, maar is er niet net zoveel recht om te herinneren? Omdat wij niet zonder kunnen en willen? Verbondenheid houdt niet op bij het graf – het gaat een leven lang mee.

Nee, het verhalen vertellen is niet met de dood gestopt, integendeel. In de woorden van mijn nichtje, die ze uitsprak bij zijn graf: ‘Dit hoofdstuk zal zeker niet leuk beginnen, maar hoeft niet per se een verdrietig of vervelend hoofdstuk te zijn. Opa, we hopen dat u trots zal zijn op de manier waarop wij dit hoofdstuk nu gaan schrijven.’ Het is aan ons om opnieuw de toon te zetten, ieder met een eigen pen – en soms met een gummetje…

Ongemerkt, al schrijvend, is er een verhaal de virtuele wereld ingestuurd. Om nooit te vergeten.