De vraag ‘Kun je op je 80ste net zo verliefd zijn als op je 16de?’ maakte mij nieuwsgierig. Zullen de vlinders nog steeds fladderen als ik oud ben? Het artikel ging over een 84-jarige vrouw. ‘Ze had vuurwerk in haar buik toen ze haar geliefde voor het eerst zag.’ Ik kwam in een wetenschappelijke verhandeling terecht over de functies van ons brein. Kan dat wel, vlinders in je buik als je oud bent? Ja, zei een wetenschapper, pas als de sociale druk wegvalt, zo rond je 65ste, dan ‘fladderen de vlinders weer als vanouds’. En toen kwam de afsluitende zin: ‘De vrouw had dus wellicht gelijk toen ze vertelde, dat ze hetzelfde vuurwerk voelde als vroeger.’ Dus nu de wetenschapper zijn zegen geeft, is het werkelijkheid.
Mijn vader kwakkelt met zijn gezondheid. Dit weekend werd hij uit het ziekenhuis ontslagen, ook al had hij aangegeven dat hij te veel pijn had. Volgens de dienstdoende arts onmogelijk. ‘De operatie is achter de rug, dus het probleem moet over zijn.’ Mijn 80-jarige vader worstelt niet alleen met zijn eigen ouder-worden, een kunst op zich, ook loopt hij aan tegen ideeën van anderen. Hij heeft het gevoel dat mensen hem gaan behandelen als een oude seniele man. De omgeving weet wat oud-zijn is: je bent oud en daarom neem ik je woorden niet meer serieus. De fladderende vrouw en de kwakkelende vader hebben wellicht last van hetzelfde: hun woorden en gevoelens zijn geen werkelijkheid.
Het derde woord uit de serie ’10 woorden voor het goede leven’, een hertaling van de 10 Joodse woorden, is ‘Eerbied – Wat is mij dierbaar? Door elkaar tegemoet te treden, ontdekken we wat dierbaar is bij de ander.’ Elkaar open tegemoet treden en de ander serieus nemen in zijn werkelijkheid, een kunst op zich.