Lefje | Anders verbonden zijn

Vwenetie, La Scuola, academie voor levenskunst, zingeving, levensvragen
Voor sommigen is het een wat zweverige vraag: ‘ Waar voel je in je lijf de verbondenheid met jezelf?’. Toch gaat de meest nuchtere man of vrouw op mijn vraag in. Na enig zoeken – waarin je de ogen soms wazig ziet worden, het gaat over iets anders dan het rationele – gaat de hand naar hart of buik. Voor velen is het eerste vanzelfsprekend. Ons hart is ons alles. Daar zit de motor en daar woont de liefde. Het hart in ons hebben we gecultiveerd. We hebben er een symbool bij bedacht en daardoor is het nog belangrijker gemaakt. Wie kan er leven met een gebroken hart?

In de Volkskrant las ik een boeiend relaas over de eerste operatie in Nederland waarin een Siamese tweeling werd gescheiden. Het uitgebreide verslag volgde van minuut tot minuut alle handelingen. Doordat de meisjes een gemeenschappelijke navel hadden, ontstond bij één van hen een lege plek. De chirurg ‘verknoopte het weefsel zo, dat er een navel ontstond’. Want ‘een buik zonder navel is als een woestijn zonder oase’.
Als ik met mijn klant onderzoek of verbondenheid ook te ervaren is en daarna wordt de buik aangeraakt, dan gebeurt er iets bijzonders. Een hand op de buik lijkt niet alleen de mens te verwarmen, maar geeft ook een gevoel van een vaak ongekende rust. Daar waar een hand op het hart nog kan voelen als een bezwaard hart, organiseert de hand op de navel een diepere ervaring. Alsof op dat moment werkelijk wordt gevoeld wat het is om thuis te komen bij jezelf. Overleven in een woestijn doe je door je te laven aan de oase. Daar zit je beschut en is het water koel. Leven met jezelf vraagt blijkbaar eenzelfde plek, maar dan op en in jezelf: een navel van waaruit verbondenheid ontstaat, ook met de ander.

De kop van het artikel luidt ‘Verkeerd verbonden’. De bijbehorende foto van de Siamese tweeling leek dat tegen te spreken. Ze waren immers intens verbonden! Op een andere foto zie je twee meisjes op 14-jarige leeftijd. ‘Lieve meisjes, heel gewoon,’ zoals het gelijknamige boek van Rik Kuiper heet. De één kijkt de ander aan. Anders verbonden. Nu als individu, als één van twee in plaats van één lichaam. En met een navel zoals we konden lezen. Om zich verbonden te voelen met zichzelf én met de ander: ik ben ik en jij bent jij. Twee gewone meisjes bijzonder verbonden.

beeld: Marc Quinn, Biennale 2013