Scanderend de straat op of je aansluiten bij een vakbond? Nee. Jongvolwassenen van nu doen in de eerste plaats aan zelfreflectie.
Door: Janita Naaijer 21 mei 2016, 02:00. de Volkskrant
Het zingt rond. De stemmen die eerst nog fluisterden, klinken de laatste tijd voller en luider. Een groeiende groep twintigers en dertigers is de maatschappelijke negativiteit en intolerantie spuugzat. Misschien krijgen zij nog wel het beste een stem in Horizon van TouristLeMC. De Belgische hiphop- en kleinkunstartiest Johannes Faes (1984) verbeeldt in dat nummer de vragen, twijfels en hoop van jongeren die volwassen werden na de moord op Fortuyn en 9/11.
Ze zijn veelal hoogopgeleid, maatschappelijk betrokken en goed geïnformeerd. Maar die combinatie is geen garantie voor geluk. Integendeel. Voor veel jongeren is het leven een gecompliceerde puzzel geworden, waarbij juist de toegang tot oneindig veel informatie – over problemen dichtbij en ver van huis – eerder beklemmend dan bevrijdend werkt. Over het groeiende aantal burnouts dat hier mede door wordt veroorzaakt, doen babyboomers weleens laatdunkend. ‘Zie die twintigers zich eens wentelen in de welvaart en maar klagen dat het leven zo zwaar is!’
Tegen neoliberalisme
Eenzelfde reactie zag je bij de bezetting van het Maagdenhuis, begin vorig jaar. UvA-studenten verzetten zich voor het eerst in groten getale tegen het rendementsdenken aan de universiteit. Maar wie echt naar de actievoerders luisterde, merkte dat zij zich eigenlijk uitspraken tegen het doorgeschoten neoliberalisme dat zich tot in de haarvaten van de samenleving heeft genesteld, in voorheen ‘vrije’ domeinen zoals het onderwijs, de zorg, de kunsten en de psychologie.
Het is niet vreemd dat juist studenten zich hier zo uitdrukkelijk tegen hebben verzet. Opgegroeid met de jarennegentigboodschap dat je alles kunt worden wat je wilt en de bijna heilige opdracht ‘alles uit jezelf te halen wat er in zit’, worden zij op de universiteit geconfronteerd met een werkelijkheid die daaraan tegengesteld is. Het hoger onderwijs is veelal onpersoonlijk en weinig uitdagend; met in het ergste geval massacolleges in bioscopen en vooraf geformuleerde onderzoeksvragen. Juist waar opgeroepen wordt jezelf maximaal te ontplooien, is géén ruimte om je te ontwikkelen en zelfstandig te leren denken.
Piramide
Waar maken jongeren van nu zich zoal druk om? Nou, om de kloof die door Nederland loopt, of beter gezegd om de meerdere breuklijnen die steeds meer beginnen te schuren. De scheiding tussen hoog- en laagopgeleiden. Elite en volk. Om jongeren van niet-westerse komaf die worstelen met het bemachtigen van een stageplek en discriminatie op de arbeidsmarkt. Om de terreurdreiging en de vluchtelingencrisis die de verhoudingen tussen Nederlanders nog meer verscherpen.
We hebben een probleem. We hebben met z’n allen een probleem. En waar generatie y, geboren tussen 1982 en 2001, vaak wordt geportretteerd als lui en narcistisch, zie ik het tegenovergestelde als ik om me heen kijk. Voor veel jongvolwassenen is zelfontplooiing – de wens om je capaciteiten en talenten zoveel mogelijk te realiseren én je te ontwikkelen tot een sociaal betrokken mens – een belangrijk leidmotief. Zo weegt voor jongeren in de westerse wereld meer salaris niet langer op tegen een ervaren tekort aan ontwikkelingsmogelijkheden. Volgens sommige deskundigen zijn twintigers en dertigers van nu, opgestuwd door de welvaart van de jaren negentig, misschien wel de eerste generatie in de geschiedenis die meteen is ingestapt op de hoogste trede van Maslows behoeftepiramide.
Zelfontplooiing
Hun focus op zelfontplooiing is positief omdat de welvaartsgroei stagneert en twintigers het volgens prognoses materieel voor het eerst niet beter zullen krijgen dan hun ouders. Maar de sterke hang naar zelfontplooiing levert ook problemen op omdat bestaande structuren te veel in het teken staan van welvaartsgroei.
Met streven naar welvaart is niets mis, graag zelfs! Maar het loslaten van winstmaximalisatiemodellen op sectoren als het onderwijs en de zorg beknelt steeds meer mensen. Psycholoog Gerrit Breeuwsma wees in Het vreemde kind (2009) al op het verdwijnen van de kindertijd doordat opvoeders en onderwijzers de ontwikkeling van kinderen steeds meer proberen te versnellen in plaats van te begeleiden. Aan de andere kant van het spectrum verhalen verpleeghuisartsen over de hoge werkdruk in de zorg die zelfbenoemde ‘sta-in-de-weg’-bejaarden euthanasie doet overwegen.
Olifant
En hier, precies op dit punt, stuiten we op een enorme olifant. Hij staat in de kamer en toch zie je hem niet. Waarschijnlijk staan we er met z’n allen net iets te dicht bovenop om de woorden op zijn buik te kunnen lezen. ‘Welvaart alleen is zaligmakend’ staat met koeienletters op de stoffige huid gekalkt. God mag volgens het CBS uit Nederland zijn verdwenen, maar het geloof dat welvaart de oplossing is voor alles, krijg je niet zo eenvoudig uit je dna. Dat zie je bij uitstek in het integratiedebat. ‘We gaven gastarbeiders huizen, kinderbijslag en uitkeringen’, is een veelgehoord sentiment. ‘We subsidieerden hun clubjes, en later die van hun kinderen. En nog zijn ze niet tevreden!’
Nee, zo werkt dat. Zo werkt dat voor oorspronkelijke, Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders, voor hoog- en laagopgeleiden, inwoners van Delft en Oude Pekela. Ieder mens verlangt naar waardering en erkenning om wie hij is, mét alle culturele en etnische componenten die daarbij horen. Waar de eerste generatie migranten vooral bezig was met het opbouwen van een bestaan, hebben hun (klein-)kinderen in veel gevallen hun handen vrij om actief hun plek op te eisen en zich op allerlei manieren te ontwikkelen. Het is niet meer dan logisch dat zij, tegengewerkt als veel van hen hierin worden of zich voelen – beide kunnen evenveel impact hebben – van zich laten horen.
Een nieuwe horizon van betekenis
Wie er eenmaal oog voor krijgt, ziet dat de contouren van een nieuw maatschappelijk engagement ontstaan. Hiphop – en kleinkunstartiest Tourist LeMC, Typhoon, maar ook andere rappers uit de stal van platenmaatschappij TopNotch zoals Akwasi en Fresku bevragen vooroordelen en roepen op tot meer verbinding. Het kersverse initiatief Samen1 van o.a. acteur Nasrdin Dchar en Hanna Verboom wil ‘een deken van positiviteit over Nederland gooien’. De Rotterdamse woordkunstenaar Derek Otte inspireert generatiegenoten tot meer tolerantie – ‘samen bouwen en vertrouwen’. En ook Anne Walraven van FutureFuel en het initiatief Talktheater van Shantie Singh en Munish Ramlal, dragen bij aan het vormgeven van nieuwe, gemeenschappelijke idealen.
Het nieuwe engagement doet dat ook, maar was vooralsnog moeilijk te ontwaren, omdat het een geheel eigen karakter heeft. Scanderend de straat op? Je aansluiten bij een vakbond? Nee, geëngageerde jongvolwassenen van nu doen in de eerste plaats aan zelfreflectie. Wij staren naar onze navels uit protest. Niet omdat we narcistisch zijn of zelfkwelling een luxeprobleem is dat ‘spontaan’ in ons opborrelt, omdat we vrije tijd graag doorbrengen in de behandelkamer van een psycholoog. Niets van dat alles. Maar dit: wij voelen de noodzaak om alle beperkende gedrags- en denkpatronen af te leggen. Om zelf gelukkig te zijn en vervolgens iets te kunnen betekenen voor de wereld.
Hè ja, lekker na afloop van bikram yoga een tarwegras-shotje scoren en daar een selfie van maken voor op Instagram. Tijdens je rondreis door Zuidoost-Azië je cv boosten met een weekje vrijwilligerswerk op een schooltje in de binnenlanden. Wat mij betreft prima, maar op zulk vrijblijvend Happinez-idealisme doel ik niet. De filosoof Charles Taylor wees er in The ethics of authenticity (1931) al op hoe gemakkelijk zelfontplooiing verwordt tot hedonisme en narcisme wanneer ze niet samengaat met horizons of significance, betekenisvolle kaders die richting bieden en het individuele overstijgen.
Typhoon
Maar wat als die kaders ontbreken nu de grote verbindende verhalen niet meer zijn? De rapper Typhoon, artiestennaam van de 31-jarige Surinaams-Nederlandse Glenn de Randamie, is een mooi voorbeeld van het nieuwe engagement. De weg die hij, in de zeven jaar tussen zijn debuutalbum Tussen licht en lucht (2007) en zijn jongste plaat Lobi da basi (liefde is de baas) aflegde, laat zich lezen als De Reis van de Held: de benaming die filosoof Joseph Campell gaf aan het pad van zelfontplooiing. De Randamie zwierf letterlijk de hele wereld over en reisde door Australië, Suriname en Zuid-Afrika. Hij zocht naar de wortels van zijn identiteit en leerde op dat pad vooral ook zijn ‘lelijke kanten’ te omarmen.
Terug in Nederland volgde het langverwachte Lobi da basi dat door veel Nederlanders van uiteenlopende leeftijd gretig werd verwelkomd als een tegengif voor maatschappelijke negativiteit en een inspiratiebron – je zou kunnen zeggen een eerste aanzet tot een horizon of significance – die de luisteraar niet alleen aanspoort zichzelf te accepteren, maar ook toleranter te staan ten opzichte van anderen.
De noodzaak tot empathie
De Randamie toont daarmee aan wat socioloog Norbert Elias in Het civilisatieproces (1937) uiteenzette: dat persoonlijke en sociologische ontwikkelingen elkaar wederzijds beïnvloeden en beschaving op het individuele niveau zelfontplooiing is. Hoe groter en pluriformer de leefwereld van een mens, des te groter de noodzaak tot empathie en het hanteren van emoties: twee kwaliteiten die de held van Campell ten deel vallen op zijn pad, en die deze tijd maar al te goed kan gebruiken.
Laten we dáár dus eens werk van maken en ieder voor zich iets meer stilstaan bij onze eigen ontwikkeling en die van elkaar. Het is begrijpelijk om in tijden van crisis alleen aan symptoombestrijding te doen, maar we kunnen deze tijd ook aangrijpen om structuren die negatief gedomineerd worden door neoliberalisme – zoals onderwijs en zorg – nu eens écht tegen het licht te houden en ons af te vragen in hoeverre zij werkelijk bijdragen aan ons gezamenlijke geluk.
Zoals een volk de leider krijgt die het verdient, krijgt het ook de inrichting van de maatschappij.
Grote sociale potentie
Criticasters van het doorgeschoten prestatiedenken doen vaak alsof dit een duistere en ongrijpbare entiteit is. Maar iedere structuur – die uiteindelijk een keten van mensen is die beslissingen nemen en uitvoeren – wordt door onszelf gevormd. Zoals een volk de leider krijgt die het verdient, krijgt het ook de inrichting van de maatschappij. In een land waarin kinderen nauwelijks nog ruimte hebben om doelloos naar de wolken te staren, studenten zich niet kunnen ontwikkelen tot zelfstandige denkers, en een groot deel van de bevolking zich behandeld voelt als tweederangsburger, is het wellicht niet lui of egoïstisch om eens iets meer naar je eigen navel te staren en vervolgens actief rekenschap te geven van je eigen verantwoordelijkheid als burger.
Het gemoedelijke en schijnbaar eensgezinde Nederland dat Fluitsma & Van Tijn bezongen in de hit Vijftien miljoen mensen (1996) is niet meer. We leven nu met 17 miljoen Nederlanders, in achtergrond diverser dan ooit. De sociale potentie van dit land is nog nooit zo groot geweest. Het is nu zaak om hol geworden begrippen als ‘vrijheid’, ’tolerantie’ en het zo vaak gehoorde ‘onze manier van leven’ met nieuwe betekenis te vullen. Laten we op zoek gaan naar een nieuwe gemeenschappelijke grond waar de waardencirkels van alle Nederlanders elkaar overlappen. Aan het nieuwe engagement zal het niet liggen. De voorhoede heeft allang ontdekt op welke grond zij wil staan.
gepubliceerd op 21 mei 2016 in de Volkskrant