Houvast


We liepen samen de gang in. Ze bleef verrast voor het bordje naast de deur staan: “He, mijn naam?!” Ik deed haar kamerdeur open en de verrassing werd groter: “Oh, kijk, daar staan mijn beren. En een foto van papa en mama. En ook een foto van jullie.” Ze was een wereld binnengetreden die ze niet eerder had gezien. Dacht ze.

Als klein meisje zong ik in de kerk ‘Een vaste rots van mijn behoud’ uit volle borst mee. Het gaf mij grond onder de voeten. Wat kon mij nog gebeuren? In mijn praktijk is het onderwerp van gesprek vaak ‘houvast’. Als systemisch therapeut zoek ik dan mee welke plek mensen innemen in hun systeem van herkomst. (Wat ze in het dagelijks leven meemaken kan vaak daaraan gerelateerd worden.) De oude filosofen zouden bevestigend knikken in hun graf. Voor Aristoteles bijvoorbeeld was de mens op zoek naar zijn plek in het groter geheel. Ook de stoïcijnen (echt niet die koude kikkers zoals zo vaak gezegd wordt) deelden die opvatting. Ik kan me zo voorstellen dat hun streven naar gemoedsrust ook hiermee te maken had. Neem je eigen plek in, zodanig dat je jezelf en de gemeenschap aanvaardt en recht doet.

Mijn moeder zag in haar kamer in het zorgcentrum de foto van haar ouders, maar ook van haar kinderen. Ze weet zich nog steeds verbonden met een groter geheel. Toch verdwijnt ze langzamerhand in haar eigen geest en ook haar voetstappen zijn minder gegrond. Als haar verhalen nog meer gaan verdwijnen, raakt ze verder ontaardt. Is dementie langzaam afscheid-nemen?
Ook. Maar het is ook een duivelse ziekte. Als kind vond ik de duivel een vreemd bedenksel. Als God liefde is, wie heeft dan de duivel geschapen? Dementie kende ik toen nog niet.