Hannah Arendt Vertelling 2023

Hannah Arendt Vertelling 2023
door Ria Pool Meeuwsen
Intermezzo Lied van Ruth
door Erik Pool
muzikaal begeleid door Gregor Bak en het dagkoor
tijdens het 10e Levenskunstconcert in de Lutherse Kerk van Delft, 15 oktober 2023

Hoe wil jij leven en samenleven?

Als humanistisch geestelijk verzorger werkte ik tot voor kort in een woonzorgcentrum voor ouderen. Elke week sprak met een groepje bewoners over verschillende onderwerpen. Ik zocht een tekst, een gedicht of een lied om met elkaar te filosoferen over wat hen bezighield.

Zo las ik een verhaal van Toon Tellegen voor. Meesterlijke fabels waarin dieren een hoofdrol spelen, maar waar het eigenlijk gaat over mensen en hoe ze door het leven struikelen… 

In het verhaal dat ik voorlas, filosofeert een muis over zichzelf en zijn leven. Stel, vroeg de muis zich af, stel, ik zou een toespraak houden? Nee, niet zo maar een toespraak, maar dé toespraak van mijn leven? Ik zou niet langer de grijze muis zijn, maar de muis met moed. De muis die zegt wat hij te zeggen heeft….

Na het voorlezen keek ik de bewoners aan en vroeg: stel, jij zou nu een toespraak houden, wat zou je dan zeggen?

Deze vraag heb ik mezelf ook gesteld in aanloop naar deze levenskunstlezing: wat heb ik te zeggen, nu, nu dit de laatste keer is? Wat wil ik zeker gezegd hebben in deze Hannah Arendt Vertelling, zoals we de lezing noemen. De Vertelling die genoemd is naar de vrouw die mijn leven heeft geïnspireerd. Die mij heeft uitgedaagd om bij mezelf te rade te gaan: Neem je ervaringen serieus. Blijf nadenken, blijf jezelf onderzoeken, blijf jezelf bevragen: Hoe sta je in het leven, wat zijn je gedachten daarbij en handel je daar naar? Wat is jouw verhaal? … 

Toen Erik en ik op 11 september 2009 startten met La Scuola wilden we mensen een plek geven om over zichzelf na te kunnen denken. Met La Scuola boden en bieden we vrije ruimte, zodat mensen hun eigen stem kunnen versterken. Zodat ze een plek hebben om in de woelige wereld kunnen nadenken over de vraag: Hoe wil ik leven en samenleven, wat is voor mij het goede leven?

Al die jaren van La Scuola, tijdens de persoonlijke gesprekken en ook tijdens de groepsgesprekken in Nootdorp, Limburg en Toscane maar ook tijdens de sing-ins en concerten, was en is dat dé kernvraag: Hoe wil jij goed leven en samenleven? Wat is voor jou het goede leven?

Deze vraag is een blijvende vraag aan mezelf. De mensen in mijn naaste omgeving weten van mijn betrokkenheid bij de stem-zwakkeren, bij mensen die om wat voor een reden dan ook niet kunnen leven vanuit eigen kracht, die niet voor zichzelf kunnen opkomen, die moeite hebben om hun eigen stem te laten klinken. 

De mensen in mijn omgeving weten ook hoe ons samenleven, die soms zo guur en koud lijkt, mij kan bezighouden. En ze weten dat een groot deel van mijn hart ligt bij de mensen die moeten vluchten voor oorlog en geweld in de hoop een plek te vinden van rust en vrede. 

Ik heb de afgelopen jaren op verschillende manieren aandacht gevraagd voor vluchtelingen, voor o.a. Delftse statushouders. Ik heb keer op keer opgeroepen tot samenleven, niet alleen tot gastvrij ontvangen, tot het open staan voor elkaar, voor de ander, tot nabuurschap, maar ik heb ook aan het gemeentebestuur en de overheid gevraagd om menswaardig en rechtvaardig te handelen in het begeleiden van deze mensen. 

Toen ik mezelf de vraag stelde, wat zou jij willen zeggen, tijdens deze laatste Hannah Arendt Vertelling, kon het maar over een ding gaan: over ons samenleven. 

Want samenleven… het lijkt zo makkelijk. Zo gewoon… leven, aan jezelf denken en soms een beetje aan de ander. Met mij gaat het goed, hopelijk met jou ook. Zoiets? Leven en laten leven in de meest nonchalante vorm. 

Samenleven, het gaat goed zo lang de ander niet teveel afwijkt van wie ik ben. Zolang mijn eigen leven niet ter discussie staat. 

Samenleven, het lijkt zo makkelijk, maar is misschien wel de grootste opdracht in ons leven. 

Wij, mensen, zijn eigenlijk rare wezens. We willen graag in vrijheid leven, zelf bepalen hoe ons pad eruit ziet, ons eigen pad volgen. Autonoom zijn. Maar ondertussen willen we niet alleen zijn en kunnen we dat ook niet. We hebben de ander nodig om te weten dat we mens zijn. We hebben anderen nodig als spiegel, als beschermer, als grote schouder, als luisterend oor, als schurend geweten, als tegenstem, als steunpilaar. Als bron van liefde. We hebben de ander nodig om ons mens te voelen. 

Wij mensen zijn voortdurend aan het balanceren tussen IK en WIJ. We zitten aan anderen vast, we zijn verbonden, en we keren bij onszelf terug. Dit spel, dit balanceren op het koord van ons leven, is op zichzelf al moeilijk genoeg. Maar het wordt nog moeilijker als ons leven onder spanning komt te staan. Als het koord gaat zwabberen als de wind toeneemt, als het dreigt te knappen door alles wat er in ons leven gebeurt. Als onze bestaanszekerheid op het spel staat. Als het letterlijk kouder in de huizen wordt, als er huizen ontbreken door woningnood, als er dreiging is vanuit het oosten, als er dreiging is door oververhitting, letterlijk en figuurlijk. We hebben onze handen vol aan onszelf, laat staan dat we de ander kunnen blijven zien. En al helemaal als de anders anders is. 

Als die ander zo anders is… denken we. Maar weten we dat wel? Weten we wie die ander is? We gebruiken containerbegrippen als de Ter Apel-groep, de asielzoekers, de vluchtelingen, de statushouders. Door al die begrippen lopen we het risico dat we mensen ontmenselijken. Of, zou Hannah Arendt zeggen, we ver-dingerlijken ze. We maken van mensen een ding en met dingen hebben we een andere relatie. Onpersoonlijker. Dingen kun je weggooien, kopen en verkopen. Marktplaats staat vol met handelswaar. Maar in mensen handelen dat doen we niet meer sinds de afschaffing van de slavernij. Turkije geld geven met de afspraak dat ze de grenzen sluiten, zodat wij, Europa, minder vluchtelingen moeten opvangen, dat is politiek, zegt men. Dat zijn Europese afspraken. Dat is toch geen mensenhandel?

We dachten slim te zijn met dit handje-klap. Maar mensen blijven komen. 

Afgelopen winter was ik op de verjaardag van mijn Syrische vriendin. Mijn vriendin, haar man en hun zoontje hebben met hun familie in Syrië alleen online contact. Tot op de dag van vandaag is er in Syrië amper stroom, schoon water en verwarming. Contacten zijn zeldzaam en gaan moeizaam.

We zaten net aan de koffie met Limburgse vlaai toen de telefoon ging. Het waren haar ouders. FaceTime ging aan en ineens zat ik in Syrië, in het ouderlijk huis van mijn vriendin. Op de tafel stond een verjaardagstaart met een kaars. Het Happy Birthday klonk, eerst in het Engels en daarna in het Arabisch. Bij de eerste zong ik uitbundig mee, bij de tweede keek ik naar dat kleine groepje zingende mensen. Ze waren voor even verbonden. Niet alleen door een satelliet, maar nog meer door verbinding van het hart.

De Syrische kaars moest zogenaamd in Nederland uitgeblazen worden. Voor deze familie is dat inmiddels een gewoonte. Ze zijn al jaren gescheiden. Mijn vriendin blies en met de adem van mama aan de andere kant van de wereld doofde de kaars. We applaudisseerden en lachten, maar van binnen huilde ik. Het was fijn om elkaar te zien en bij het afscheid zwaaide ook ik vrolijk mee. Het was een intens schrijnend moment.  

 

het lied van Ruth

Ik ben een vreemde hier
Ik ging de grens voorbij
Ik heb jouw pad gekruist
Ik heb je spoor gevolgd

Jij zei: “Draai om en ga,
vertrouw toch niet op mij”.
Maar samen zijn we één
Wat moet ik zonder jou

Ja, ik weet: de toekomst is onzeker
En de duisternis dichtbij
Ik weet ons wacht een lange reis
Dwars door de woestijn
Dwars door de woestijn

Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God
Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart is my hart

Jouw volk is bang voor ons
Omdat we anders zijn
Maar ik zal bruggen slaan
Daar waar een kloof ontstaat

Ja, er zal heimwee zijn
als de warme wind (weer) waait
Want daar in ’t zuiden
ligt mijn geboortegrond

Maar ik zal sterk zijn
En alles hier doorstaan
Want ik wil naast je gaan
Al zal dat moeilijk zijn
Al zal dat moeilijk zijn

Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God

Jouw droom is mijn droom
Jouw pad is mijn pad
Jouw toekomst mijn toekomst
Jouw hart is mijn hart
Mijn deel is jouw deel
Mijn brood is jouw brood
Jouw leven is mijn leven
Jouw dood is mijn dood

En als het donker komt
En jouw volk mij toch negeert
Dan geef ik liefde t’rug
Totdat de haat verteert
Totdat de haat verteert

Want jou huis is my huis
Jou angs is my angs
Jou stilte my stilte
Jou land is my land

(Delen zijn door Gerard Oonk in samenwerking met Stef Bos vertaald naar het Nederlands ter gelegenheid van deze lezing, waarvoor dank.)

 

Het lied van Ruth, dit is de toespraak van Stef Bos, zou je kunnen zeggen. Hij schreef dit lied niet alleen naar aanleiding van het bijbelverhaal Ruth. (Ruth, de vrouw die haar land verliet om met haar man en schoonmoeder mee te gaan naar een vreemd land waar mensen waarschijnlijk niet van je gaan houden op grond van je afkomst.) Ook Stef Bos’eigen ervaring is erin verwerkt. Hij verhuisde naar Zuid-Afrika, omdat zijn vrouw Zuid-Afrikaanse is. Hij maakte de stap naar een land die hij niet kende. Stef kwam in een land met een andere taal, andere gewoontes en andere cultuur.

Het is best wel makkelijk, om ons in Stef te verplaatsen. Maar waarom kan dat niet in iemand die hier komt? In iemand uit een ander land, met andere gewoontes en een andere taal? Als we gaan luisteren naar zijn of haar verhaal, gaan we dan niet luisteren naar de Stefs uit Syrië bijvoorbeeld? Dat hij kind is geweest, dat hij studeerde, verliefd is geworden, toekomstdromen had, spaarde om te trouwen, denkend aan kinderen. Totdat de oorlog kwam…

Mijn Syrische vriendin en haar man… het zijn mensen zoals u en ik. Kinderen van ouders, verhalen over school, studie, kattenkwaad, verliefd-worden, ouder-worden, zorgen over de toekomst van de kleine, over de kou door gas en inflatie, en ook door de politieke wind van dit moment…, maar ook over vriendschap hoop, moed, onmetelijk veel moed, toekomstdromen…

We zijn allemaal mens. En hoe meer je beseft dat we allemaal mens zijn en dat een ander mens even dringende behoeften en wensen heeft als jijzelf, des te moeilijker is het om die mens als een ding te behandelen.

De musicus Henny Vrienten zou zeggen: Het leven gaat niet over cijfers, bezit, status, over goden of macht.
Leven gaat niet over controle of grenzen vaststellen en dichtgooien.
Leven gaat over wat van waarde is in ons leven en samenleven.
Samenleven is een wereld creëren.
Samenleven is luisteren, vragen stellen – belangstellende vragen, schurende vragen, polijstend met aandacht.
Samenleven is samen verhalen maken.
Samenleven is leven met een gevoel van gemeenschapszin, zorg voor de polis zouden de oude Grieken zeggen.
Verantwoordelijkheid nemen voor goed samen leven als zijnde een morele plicht.

Straks zingen we, zoals altijd aan het eind van het concert, het lied van Ramses Shaffy Zing, vecht, huil, bid … omdat we samen zijn.
Samenleven is naastenliefde. Naast de ander staan. Het woord samenleving is een begrip, een idee. Een samenleving is van zichzelf niets. Het woord samenleven is een werkwoord en bestaat uit mensen.
Samenleven is elkaar zien als mens. Is als mens elkaar aankijken en aanraken, zodat er van binnen iets gebeurt.

Wat zou Hannah Arendt hierover zeggen, deze Duits-Amerikaanse denker van joodse afkomst, gevlucht uit nazi-Duitsland en na 25 jaar wachten staatsburger geworden in Amerika. Ik denk het volgende:

Alleen door ons handelen, door spreken en doen, kunnen wij mens zijn onder de mensen, kunnen we samen zorgdragen voor de wereld. Vanuit liefde voor de wereld, Amor Mundi. 

Ik begon deze Vertelling met mijn ervaring in het woonzorgcentrum waar ik werkte. Het is gesloten. Het wordt afgebroken. Alle bewoners moesten op zoek naar een nieuw thuis. Ze raakten verspreid over Den Haag en omgeving en kwamen als ‘de ander’ andere huizen binnen waar ze zich in eerste instantie vreemden voelden.

Op mijn uitnodiging ‘Als jij nu een toespraak zou houden, wat zou jij willen zeggen’, zei een 85-jarige bewoner: ‘Ik zou zeggen: Het komt goed. Het zal niet makkelijk zijn, maar het komt goed. Ook na de verhuizing.’

Met haar woorden wil ik afsluiten: Het komt goed met ons samenleven. Het zal niet makkelijk zijn, maar het komt goed omdat het al goed is! Zolang we elkaar als mens blijven zien en ervaren, zolang we samen blijven zorgdragen voor deze wereld, vanuit liefde voor de wereld, is ons samenleven goed.

Lieve mensen, 

Blijf geloven in het goede. 

Blijf hopen. Hoop is vertrouwen op dat wat je doet het goede is. 

Blijf liefde verspreiden, omdat liefde ons leven en samenleven voedt, verwarmt en verrijkt. 

Blijf je uitspreken wanneer het erop aan komt.

Blijf doen. Bedrijf naastenliefde zoals het bij jou past.

Blijf elkaar aankijken en aanraken, laat het van binnen resoneren. Blijf mens en heb lief.

Ik wens u vrede en allegoeds.

 

fotografie: Esther Blaauw
de pdf van deze toespraak: Hannah Arendt Vertelling 2023