Gisteren vertelde een moeder na de begrafenis, dat voor haar kind oma een sterretje was geworden. Ze had de kleine verteld, dat oma niet weg is en er altijd zal zijn als ze samen naar de hemel kijken. Hoe vertel je een kind van drie over dood en leven? Hoe geef je zelf woorden aan het mysterie van eindigheid?
Wij mensen hebben de vrijheid gekregen om na te kunnen denken. Met het verdwijnen van de zuilen in onze samenleving, van kerkelijke dogma’s en maatschappelijke taboes, is deze vrijheid alleen maar groter geworden. Niemand zal ons vertellen hoe wij moeten leven. Daar hebben we zelf een antwoord op en als we het niet weten, kruipen we achter de pc. Daar zijn immers alle antwoorden te vinden? Met enige bravoure stappen we met zevenmijlslaarzen door het leven en voelen we ons de grote regisseur. Ook de maatschappij doet een sterk beroep op zelfregie en verantwoordelijkheid. Ieder mens bepaalt zijn eigen geluk, zeggen we. En als je het niet redt, ben je een looser. (Dat we daarmee nieuwe dogma’s hebben geschapen, dat vergeten we even.) We zijn vrij in het bepalen wie we willen zijn.
Zelfbepaling doet een groot beroep op ons vermogen om te kunnen omgaan met de onzekerheden van ons bestaan. Vragen over verlies, gezondheid, eenzaamheid, eindigheid, macht en vriendschap, liefde en trouw kunnen ons leven onder druk zetten. Het regisseurschap blijkt een farce. Ons leven wordt door meer bepaald dan onszelf. Lopen we tegen het leven en daarmee tegen onszelf aan, dan zijn er geen antwoorden. Dan verdwijnt de vanzelfsprekendheid en weten we niet meer hoe we verder moeten, hoe we kunnen omgaan met tegenslag en onzekerheid. ‘Hóe te leven?’ blijkt een vraag van ons allemaal.
Mensen delen het verlangen om in vrijheid de regie te voeren over het eigen leven. De moderne tijd lijkt ons veel vrijheden te bieden maar zet tegelijk onze vrijheid onder druk. Het vrije van de mens dwingt ons tot eigenstandige keuzes. Kunnen en willen we deze verantwoordelijkheid voor ons doen en laten dragen? Hoe formuleren we zelf antwoorden op de vragen van ons bestaan? Kan tegenslag in die zin ons iets leren over de betekenis van vrijheid?
Nee, het verhaal van het sterretje, daar kom ik niet aan. Een mens heeft tijdelijke antwoorden nodig om het leven te kunnen begrijpen. Op enig moment zal het kind op zoek gaan naar eigen antwoorden, omdat die van zijn ouders niet meer volstaan. Het kind ontdekt dat deze – aangeleerde – leefregels niet meer passend zijn. Dat hij een eigen levenshouding ontwikkelt, dat hij zelf antwoorden heeft te formuleren op de vraag ‘Hóe te leven?’. Of, dat hij moet constateren dat niet elke vraag een antwoord heeft. En dat die kaalheid, die soms schrijnende leegte ook bij ‘leven’ hoort.