Er woont een engel

Venetie, La Scuola, academie voor levenskunst, engel
Maandagavond zat de Alphense fotograaf aan tafel bij Jinek. Dankzij de ramp met de hijskranen en de brug kon ze haar nieuwe tv-seizoen ijzersterk beginnen. Een ooggetuige en een bijna slachtoffer deden hun verhaal. Ogenschijnlijk rustig sprekend sprak de laatste over haar levensreddende run uit de net geopende coffeebar. Ik weet niet wat meer indruk maakte. Haar woorden of aansluitend de beelden van de beveiligingscamera. Daar waar zij net had gestaan kwam één van de kranen het pand binnenvallen. Misschien was het en-en.

De ooggetuige bleek fotograaf én filmer te zijn. Het Alphense huzarenstuk zou vanaf het begin vastgelegd worden alszijnde een trots verslag van de plaatsing. Zijn beelden gaan nu de wereld over. Een filmisch verslag van hoe het lot anders beslist.
Eén van de andere gasten refereerde aan de ramp in Alphen, jaren geleden. Op ook zo’n bloedmooie dag stierven mensen door kogels. Dit ging de fotograaf te ver. Het één stond los van het ander. Alsof Alphen ongeluk aantrok. Bovendien had deze ramp een andere afloop. Slechts één dode hond was te betreuren, een wonder. “Er woont een engel in Alphen.”

Wat deze fotograaf mij die avond liet zien was een staaltje van relativering en nuancering. In tijden van rampspoed en bij grote stress is de mens geneigd om gebeurtenissen zonder verband aan elkaar te knopen. Alsof het één met het ander te maken heeft. We lijken het nodig te hebben om te begrijpen wat er in ons leven gebeurt. We leggen verbanden om de brei aan ervaringen te kunnen snappen. Een intern geknoopt vangnet geeft een veilig gevoel, we geven zaken ‘een plekje’. Dat we daarmee ongemerkt draden verbinden die wezensvreemd verschillen, dat we daarmee onszelf alleen maar belasten in plaats van bevrijden, dat hebben we niet in de gaten.

De fotograaf bleek ook in staat te zijn om zijn beeld van die dag te verkleuren. Het had een inktzwarte dag kunnen zijn en zo zou je het nog steeds kunnen noemen gezien de ravage en de hond, maar de dag eindigde voor hem lichter, bijna wit. “Er woont een engel in Alphen.” Alsof hij wilde zeggen: je kunt ook anders kijken. Er zijn geen mensen verongelukt. Bij dit enorme ongeval betreuren we slechts een hond. Soms heeft een mens geluk en dat geluk woont óók in Alphen.
Hier sprak niet alleen een trotse inwoner van een geplaagde stad, hier zat ook iemand die het leven van meerdere kanten bekijkt én, die geluk herkent.

Soms is er rampspoed, soms is er geluk – en soms zijn ze er gelijktijdig. Tis maar wat je wilt zien. Tis maar hoe je het leven wilt kleuren.