Andermans schoenen

Paus bezoekt Lesbos, foto AP
Onlangs schreef Arnon Grunberg in de Volkskrant naar aanleiding van de bootramp waarbij 500 vluchtelingen verdronken: “De ene dode is ons medeleven waard, slachtoffers van aanslagen in Brussel, Parijs, Londen of New York. De andere dode is een nieuwsbericht. Dat geldt niet alleen voor vluchtelingen maar ook voor slachtoffers van aanslagen in Kabul of Syriërs die gedood zijn door Assads raketten.Dat komt wellicht omdat wij ons kunnen voorstellen in New York te zijn of op het vliegveld van Brussel. Die doden, dat zijn wij. Oftewel, we betuigen medeleven met onszelf. Wat wij ons niet kunnen voorstellen is een vluchteling uit Eritrea te zijn of een Syriër in Aleppo.”

Mijn bril is die van een witte vrouw, dochter van ouders die bijna 60 jaar getrouwd waren en in de gereformeerde-hervormde traditie leefden, tweede kind, zus van 5 broers en zussen, meer dan 35 jaar partner van een vrolijke oprechte en warmhartige man, moeder van een bewogen zoon van bijna 30 – betrokken op anderen en de samenleving – schoonmoeder van een lieve stevige Zweedse jonge vrouw, vriendin van een paar eeuwenlange vriendschappen, rijk aan vaardigheden en inzichten, klaar staand voor anderen – professioneel en vrijwillig, boos op onrecht en ontroerd door wilskracht van anderen. Moet ik nog even doorgaan? Dit zijn de schoenen waarmee ik de aarde bewandel, dit is hoe ik de wereld in kijk.

We kunnen het ons amper voorstellen om een vluchteling uit Eritrea te zijn of een Syriër in Aleppo. Het is te ver weg. We kunnen een poging doen door gebruik te maken van de menselijke eigenschap verbeeldingskracht. We kunnen ons verbeelden hoe het is om in de rij te staan op Sicilië als we de bootramp wél hebben overleefd. Om geregistreerd te worden laat ik alles met me doen. We kunnen ons verbeelden hoe we genieten van de aandacht van die meneer in zijn witte kleding die mij, achter het hek staand, een aai over mijn bol geeft. We kunnen ons van alles indenken, verbeelden, inbeelden, er beelden bij maken. Het kan ons zelfs helpen als we ons taalvermogen gebruiken. Joke Hermsen in het tv-programma De Nieuwe Wereld, 17 april: “De woorden van Wilders (“Maak Nederland islam-vrij.”) maken mij verdrietig. De impact van deze woorden kun je vrij snel begrijpen als je het woordje islam door iets anders vervangt. Maak Nederland christen-vrij. Maak Nederland joden-vrij. Als je je daarin verplaatst dan snap je pas de impact van deze uitspraak.” ‘Representative thinking’ zou Hannah Arendt dit noemen. We kunnen ons veel verbeelden maar een voorstelling maken van vluchteling-zijn? We komen in de buurt als we bijvoorbeeld Syriërs ontmoeten. Dat kan tegenwoordig makkelijk. Gisteren sprak ik uitgebreid met een jongen die alleen naar Nederland was gekomen. Het bleek een mens te zijn.

In aanloop naar de maand van de vrijheid is het goed te beseffen dat we in Nederland leven met 150 nationaliteiten. We leven ‘vanuit pluraliteit’. Arendt gebruikte graag deze term. We wonen met z’n allen op een kleine aardbol met ontzettend veel verschillen en gemeenschappelijke belangen. Kunnen we met zorgzaamheid leven, ook met vreemden? Het lukt mij niet altijd. Soms vind ik mensen stom. Het zal een levenslange les blijven om mijn geest open te houden, bevrijd van vooronderstellingen en aannames. In die zin kan ik terugverlangen naar ooit en jaloers kijken naar dat kind achter het hek, onbevangen zeggend: “Dag meneer in de witte jurk!”. Kijken met verwondering, open van geest en hart, je kunt ook zeggen: kijken met liefde. Alleen dan kunnen we de verbeeldingskracht laten werken en ons verplaatsen in de ander.

Helaas zitten mijn kinderschoenen te krap en heb ik het te doen met maatje veertig. Maar ze zijn wel van mij. Niemand anders past erin, zoals ik niet in de schoenen van anderen pas en andere mensen hun eigen schoenen gun.