Ze had het me nog zo op mijn hart gedrukt: doe rustig aan, geniet van je reis. Vanmorgen belden we elkaar. Ik vertelde over de rijke ontdekking die ik had gedaan. Beirut is een bijzondere stad van vriendelijke mensen die een, voor mij, ongeordend leven leiden na een burgeroorlog van 15 jaar waar ze elkaar kapotschoten. De gaten zijn nog te zien in gebouwen die niet worden afgebroken, te horen in verhalen die verteld worden door ooggetuigen. Maar er zijn ook nieuwe verhalen van jonge Libanezen die niet blijven hangen in ooit, maar verder gaan, de toekomst in. Voorbij de gaten.
Ver weg wonen vluchtelingen verstopt in niemandsland. Naamlozen, vechtend voor leven.
In datzelfde gebied creëren Israël en de Palestijnen al decennialang hun eigen green line. Op afstand van mijn vakantieplaats vochten ze hun uitzichtloze ruzie met raketaanvallen uit. Een zwangere vrouw met haar peuter kwamen om.
Wie bepaalt wanneer een daad mis is en wanneer goed?
We rondden ons gesprek af met vrouwenpraat over zwanger-zijn en baby’s. Over een paar maanden krijgt ze haar eerste kindje. Evenals de Libanees gaat ook zij verder, voorbij de gaten in haar ziel. Daadkrachtig als ze is draagt ze nieuw leven. Een daad van hoop.