Op deze zachte herfstochtend hoor je op een verstild Noordereiland de stad Rotterdam zoemen. Rondom het eiland stroomt de Maas. De Erasmus- en Willemsbrug strekken zich tussen haar oevers. Vrachtschepen met waar uit heel de wereld glijden lijzig voorbij. Alles beweegt en alles is verbonden.
Binnen, in het appartement van Henk Oosterling, wordt de ruimte verdeeld door shoji, Japanse schuifdeuren. Naast een fauteuil van Corbusier liggen twee katana’s, Japanse zwaarden, in schede op een standaard. Op een dressoir staat een rijtje boeken; helemaal links Arnold Heertje over de economie en rechts een boek getiteld ‘Hara’, dat in het Japanse denken staat voor het energetische centrum van de mens. Achter de bank hangt een enorme afbeelding van de Erasmusbrug, de grote verbinder van Rotterdam. Dit is filosoof Henk Oosterling: Oost, West én Rotterdam.
En dit is ook Oosterlings nieuwe boek, want bij Oosterling zijn denken en doen, vorm en inhoud één. In ‘Waar geen wil is, is een weg’, propageert hij wat hij noemt een ‘intercultureel doendenken’. De oorsprong daarvan ligt in het Oosten, in de praktijk van de Japanse krijgskunsten en het zenboeddhisme én in het Westen bij denkers als Foucault en andere Franse differentiedenkers die zich verzetten tegen dogma’s. In Rotterdam past Oosterling deze gedachte toe in zijn educatieve projecten. De cirkel is rond.
Die titel betekent dus ook: we zijn aan een andere levenshouding toe. We moeten openstaan voor de wereld – Henk Oosterling
Waar geen wil is, is een weg? Moeten we niet meer willen?
“Die titel kan op veel manieren worden uitgelegd. De simpelste en meest urgente interpretatie is inderdaad dat wij westerse consumenten minder moeten willen. We moeten onze verlangens en behoeften drastisch indammen. De weg die we tot nu toe hebben bewandeld loopt dood. Letterlijk. Ons ecosysteem kan onze leefwijze niet aan.
“Die titel betekent dus ook: we zijn aan een andere levenshouding toe. We moeten openstaan voor de wereld. Niet direct een bedreiging zien in alles wat we niet kennen; niet alles indelen in opposities. In mijn boek vergelijk ik dit met de houding die je in ‘kendo’, de Japanse zwaardkunst, nodig hebt: ‘shoshin’, het bewustzijn van een beginner. We moeten ons in de wereld begeven vanuit een nieuwsgierige en geïnteresseerde houding, niet gehinderd door allerlei verwachtingen en ingebeelde angsten. En dus ook niet door misplaatste wensen en opgedrongen verlangens.”
We zijn ‘interviduen’ geworden. Als consumenten en gebruikers van smartphones zijn we knooppunten in immense netwerken – Henk Oosterling
Hoe doe je dat?
“Je komt uit bed en begint. Alles wat je doet, is aanleiding om die houding te trainen. Het is een kwestie van gefocust bewustzijn: met je aandacht bij de dingen zijn die je doet en het effect daarvan op anderen. Van klein naar groot denken en weer terug. Zo’n alert bewustzijn kun je goed trainen met een krijgskunst als kendo. Toen ik me daar in Japan op toelegde en met mijn leermeester in een hevig schommelende tram stond, wees hij me erop dat ik rechtop moest staan en de stang in de tram moest vasthouden als mijn zwaard. ‘Kendo is overal’, zei hij. De zijnswijze die ik in dit boek propageer, haakt overal aan.”
Wat houdt die zijnswijze in?
“We zijn ‘interviduen’ geworden. Als consumenten en gebruikers van smartphones zijn we knooppunten in immense netwerken. We zijn begin- en eindpunt van complexe feedbackloops. We moeten relationeel en circulair over onszelf gaan denken. Filosofisch is dit intervidu natuurlijk een regulatief idee, net als het individu: een construct van de Verlichting, dat door Foucault is bevraagd op z’n overtrokken pretenties. We zijn niet in control. We zijn evenmin ondeelbaar. We zijn verbonden met anderen. Nu meer dan ooit.”
En dat relationele denken vindt u in het Oosten?
“Ja, dat vind ik onder andere in het Japanse denken, waar niet het individu en zijn autonomie vooropstaan, maar de harmonie en de groep. Daar voeg ik aan toe dat mensen altijd een verschil willen maken. Die spanning leven, verschillen in samenhang, is voor mij, net als voor de Franse differentiedenkers -die zich allemaal verdiepten in het Japanse denken – de uitdaging van onze tijd.”
Het idee dat je je eigen leven tot op grote hoogte kan sturen, is heel waardevol – Henk Oosterling
U verbindt dit relationele denken aan, zoals u het noemt, ‘lichaamsdenken’. Moeten we denken met ons lijf?
“In zekere zin, maar dat lichaam staat vooral voor het aardse, voor het immanente in plaats van het transcendente. De aarde trouw blijven, zegt Nietzsche. Dat vat ik ecologisch op en verbind ik met het Japanse begrip ‘ma’. Dat duidt op de dynamische afstand tussen wezens, die bepaalt hoe deze zich in tijd en ruimte bewegen ten opzichte van wat hen omringt en inbedt. Ma gaat dus over ’tussen’ en over gesitueerdheid. Het karakter voor ma komt terug in het Japanse woord voor mens, ‘nin-gen’, dat letterlijk tussen-wezen betekent. In Japan zijn mensen per definitie gesitueerde wezens.”
Weg met het autonome individu?
“Nee, het idee dat je je eigen leven tot op grote hoogte kan sturen, is heel waardevol. Het individu bestaat, maar niet op die fundamentele manier waarop wij het in het Westen hebben voorgesteld. Ik wil het individu, autonomie en het idee van identiteit relateren en in een dynamische context plaatsen.”
In het gepolariseerde maatschappelijk debat lijken mensen zich nu juist te verschansen in starre identiteiten.
“We vallen momenteel terug in opposities. Een volstrekt negentiende-eeuwse manier van denken. We gaan onze problemen te lijf met precies dat oppositionele denken waaruit ze voortkwamen, met verkramping en cynisme tot gevolg. Mijn boek is hier tegenin geschreven.”
We kunnen het ons niet langer permitteren om te doen alsof we niet in netwerken verknoopt zijn: wat wij thuis doen, heeft effect op mensen aan de andere kant van de wereld en komt uiteindelijk weer bij ons terug – Henk Oosterling
Is het niet wat veel gevraagd om je steeds bewust te zijn van die eindeloze verknoping?
“Het is natuurlijk makkelijker om niet na te denken over de vraag waarom de sperziebonen uit Afrika goedkoper zijn dan die hier uit het Westland, of om niet stil te staan bij de vervuiling die de consumptie van vlees oplevert. Maar we kunnen het ons niet langer permitteren om te doen alsof we niet in netwerken verknoopt zijn: wat wij thuis doen, heeft effect op mensen aan de andere kant van de wereld en komt uiteindelijk weer bij ons terug. Daarom moeten we leren denken in netwerken en feedbackloops. Veel mensen denken ook al zo, maar worden gefnuikt door een rendementsdenken dat niet zit te wachten op interviduen. Wie zo denkt, is namelijk geen gewillige consument meer.”
Hoe krijgen we iedereen zover?
“Dat kost tijd en de vraag is of ik iedereen zover wil krijgen. Aan wie het al opgegeven heeft, ga ik geen energie besteden. Je mag zelf kiezen hoe jij naar de sodemieter gaat. Dat is ook autonomie! We moeten bij jonge mensen en hun ouders beginnen. Ik houd me intensief bezig met educatie en participatie, bijvoorbeeld in ons project Rotterdam Vakmanstad. Je kunt kinderen leren om relationeel en circulair te denken en om op basis van samenwerking en interesse nieuwe waarden te creëren, zoals compassie, altruïsme, empathie en verantwoordelijkheid.”
Is dit wat u in uw boek aanduidt met affirmatief nihilisme?
“Het westerse nihilisme duidt vooral op het wegvallen van transcendente waarden. Dat is wat Nietzsche bedoelde met ‘God is dood’. In het Westen kunnen we deze leegte, dit niets nauwelijks denken, laat staan positief waarderen als een nog in te vullen openheid. Voor ons is het niets altijd een gebrek aan zijn, een negatief concept. In Oosten wordt die leegte altijd heel anders gedacht en ervaren.
Vanuit de boeddhistische zijnsleer is leegte dat wat alles bindt. Het begrip ma is daar een uitdrukking van. We zijn per definitie verbonden, net als in de virtuele wereld van de sociale media. Daar vinden we dat heel normaal, maar we trekken er niet de consequenties uit voor ons lijfelijke bestaan. Met affirmatief nihilisme wijs ik op de poging waarden aan dit samenleven te ontlenen: samenhang in verschillen. Intercultureel, niet multicultureel.”
U gelooft in verandering?
“Ik heb een enorme drive. Die komt misschien voort uit de woede van een miskend jongetje uit een groot arbeidersgezin. Woede is energie. Als je haar ombuigt en positief maakt, kun je je leven veranderen. Omdat alles samenhangt, kun je je – in gepolariseerde termen – steeds afvragen: ben ik deel van het probleem, of ben ik deel van de oplossing? Dat moet de filosofie ook doen. De filosofie moet uit haar ivoren toren komen en zich engageren, wil ze haar geloofwaardigheid herwinnen. We hebben een tweede Verlichting nodig, waarin we anders wijs worden, en dan vooral ecowijs.”
Henk Oosterling. Waar geen wil is, is een weg. Doendenken tussen Europa en Japan. Boom, 464 blz., € 24,90.
Henk Oosterling
Henk Oosterling, geboren in 1952, is universitair docent filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ook was hij Nederlands kampioen Japans zwaardvechten. Hij zet zich in voor de ontwikkeling van Rotterdam-Zuid. Hiervoor kreeg hij in oktober de Erasmus Lof der Zotheidspeld.
Dit interview stond op 28 november in Trouw. Door Merel Kamp. © Trouw.