‘Een verwarrende avond.’ Zo vatte mijn partner de opening van La Scuola op 11 september samen. Ik keek hem niet-begrijpend aan. ‘De avond was intens, de sfeer erg goed, maar de onderwerpen waren groot en heftig: terrorismedreiging, vluchtelingen, saamhorigheid, de dood van Joost Zwagerman. Pffff.’
We waren gewaarschuwd. Er zou een auto staan met twee mannen erin – soms erbuiten. Er was geen dreiging, maar vanwege de al jarenlange bewaking van Joodse instellingen in ‘de’ grote steden werden middelgrote steden als Delft ‘meegenomen’. Zes vriendelijke marechaussees in vol ornaat, een enorme getraliede bus naast het gebouw, het voelde heftig bij aankomst. Maar… “mensen lijden niet door de gebeurtenissen, maar door hun meningen over die gebeurtenissen”, zou de klassieke filosoof Epictetus gezegd hebben (55-135).
Mezelf resettend startte ik de avond. Ik heette iedereen welkom, met name Joke Hermsen en Erik Pool (sprekers), Marjo van Zwet (bloemen) en Martin Meeuwsen (catering), en sprak de volgende woorden:
“De koning heeft vandaag op een school de jeugd gefotografeerd toen hij werd ontvangen door ontelbare fotograferende mobieltjes. Zijn boodschap: ‘We moeten elkaar in de ogen blijven kijken.’ Ik hoop dat we dat vanavond gaan doen.
We zijn hier te gast in de Joodse Synagoge. Toen we vorig jaar deze datum hier vastlegden konden we niet vermoeden hoe bijzonder dat zou worden, te gast zijn hier. In januari werd Parijs getroffen door twee aanslagen, Charley Hebdo en de Joodse supermarkt. In Delft organiseerden we met een groep mensen een ontmoetingsavond. Echter, de Joodse gemeenschap in Delft was geadviseerd om niet te komen. Te risicovol. Het was te gevaarlijk om als stadsgenoten bij elkaar te komen. Dit heeft mij geraakt. Toen we een maand geleden hoorden dat de overheid Joodse instellingen al jaren extra in de gaten houdt en dat we met bewaking te maken zouden krijgen, kwam het nog dichterbij. Het is wrang om te constateren dat het met de mannen buiten niet risicovol is om hier te zijn; het is risicovol om Jood te zijn.
Al maanden zien we mensen wegvluchten uit hun vaderland, in bootjes, overvolle treinen, vrachtwagens, op zoek naar vrijheid. En al maanden zijn we, ben ik als burger zoekende naar wat ik hiervan vind, wat mijn verantwoordelijkheid is, wat ik kan doen. Ik word misselijk van machteloosheid bij het zien van mensen in modder, voor prikkeldraad, met een IPhone als kompas. Op grond van hun paspoort, van hun wat-heid, zou Joke Hermsen zeggen, worden ze beoordeeld. Niet wie ze zijn, het innerlijk, de hoogst persoonlijke interpretatie van dat paspoort. Joke waarschuwde in een interview voor ontmenselijking, voor het teloor gaan van geboortelijkheid, creativiteit, vrijheid en spontaniteit. (…). Onze samenleving ontmenselijkt, waren haar woorden.
En zo werden we klaargestoomd om later in het jaar te kiezen voor het thema Nabuurschap. Wellicht heeft de Twentse lucht ook haar steentje bijgedragen. Dankzij de samenwerking met een aantal partners daar liepen we dit voorjaar regelmatig over Twentse grond. Noaberschop noemen ze daar het omkijken naar elkaar.
Erik zegt in zijn boek Aanwijzingen voor het goede leven: ‘De mens is een sociaal wezen dat in volledige eenzaamheid niet lang leeft. (…) Ademen is leven te midden van de wereld die jou omringt. Er zijn ook altijd andere mensen met wie je samen leeft. Of ze nu ver weg zijn en onbereikbaar of naast je staan en binnen handbereik zijn: niemand leeft alleen op deze wereld. Dat is als zuurstof: de mens is een sociaal wezen dat in volledige eenzaamheid niet lang leeft. Levenskunst – sociale zelfzorg – kan dus niet voorbijgaan aan ‘de wereld om mij heen’, want zonder die wereld is er geen leven.”
Dit is een verkorte versie van de openingstoespraak waarmee ik het 7e jaar van La Scuola startte. Na een boeiend gesprek tussen Joke en Erik en later in kleine groepjes waar de deelnemers elkaar verhalen vertelden over straat, buurt, stad of dorp sloot ik de avond af met woorden van Joost Zwagerman. Met de start van het 7e jaar – Nabuurschap – werd het 6e jaar – Zin in kunst – afgesloten. Joost was er een meester in om kunst op een andere manier voor het voetlicht te brengen. Hoe passend was het om hem te citeren uit Beeld verplaatst, een gedicht bij de foto van Rineke Dijkstra: een jong kind, beeld van onschuld en kracht: ‘… en werd een baken. Werd voor wie zij zag passeren hoedster, heilig kind en schikgodin.’
Hoopvol zijn de laatste woorden, maar hoe wrang klinken ze na zijn dood. ‘Alles sal reg kom de wereld is hier.’
Op deze avond was de wereld aanwezig. Misschien was dat wel wat mijn partner voelde. Veiliger dan dit kon het niet zijn, met die grote sterke mannen buiten, maar de buitenwereld konden we niet daar laten. Als mens dragen we verhalen en daarmee is de buitenwereld altijd in ons innerlijk. Zie daar maar eens mee om te gaan.
Soms helpt het om elkaar op te zoeken, we hebben de ander als baken nodig. Soms helpt het geloof in onschuld. Soms putten we uit de kracht van ons mens-zijn, elkaar in de ogen kijkend: wie ben jij, vertel mij jouw verhaal. Dit is het, ‘de wereld is hier.’
Alles sal reg kom – en soms ook niet.
Ria Pool Meeuwsen,
directeur La Scuola