Het leven valt niet iedereen toe als een blijde boodschap. De een heeft meer te sjouwen dan de ander. Waar de een danst als een ballonnetje in de wind, gaat de ander gebukt onder een last. Alsof de god Atlas destijds niet genoeg gesjouwd heeft, loopt hij rond met een tientonner aan ellende.
Niemand heeft ergens zitten dobbelen, is mijn mening, om de een meer te geven dan de ander. Om mensen voor te trekken en anderen af te kraken.
En soms hoor ik mensen wel zo praten. Alsof ‘iemand’ hen iets heeft aangedaan. “Ze moeten ook altijd mij hebben.” of “Het is niet eerlijk dat dit gebeurt.” Er wordt niemand specifiek aangewezen, en toch is er iets buiten de mens zelf dat verantwoordelijk is voor het ongeluk. Als je niet in een god of duivel gelooft, waarom dan deze opvatting?
Met het vaarwel zeggen van vaste gegevens als kerk en vadertje Staat hebben we zekerheden overboord gezet. Als een zwerfkei, zou de levenskunstfilosoof Dick Kleinlugtenbelt zeggen, dwaalt de mens over de aarde en zoekt hij zijn plek. Als een windvaan (Joep Dohmen) waait hij met anderen mee, niet wetend wat te doen of te laten.
Jezelf stil hangen, jezelf rust geven door de kei een plek te geven, dát is spannend. Want wat ontdek je dan, wat zie je dan van jezelf?
De afgelopen weken heb ik een groepje mensen begeleid die zichzelf durfden stil te leggen. Door letterlijk afstand te nemen, keken ze naar hun eigen leven en gingen ze het zelfonderzoek aan. Wat gebeurt er en wat vind ik daarvan? Wie ben ik en wat betekent zingeving in mijn leven? Wat is zelfzorg voor mij? Iedereen werkte aan een persoonlijke vraag – van algemene wijsheden hebben we een boekenkast vol – en iedereen schuurde en schaafde aan inzicht, aan zelfkennis. Aan eigen wijsheid.
Ook hier werd zichtbaar dat levenservaringen uiteen lopen. Dat de één meer uitgedaagd lijkt dan de ander om te leven. In de kern hebben ze allemaal dezelfde vraag te beantwoorden: wie ben ik en hoe wil ik leven en samenleven? Het leven heeft geen dobbelsteen, geen zware en lichte keien, geen weegschaal om ze af te wegen. ‘Het’ leven bestaat niet. Wij leven. Ik leef. ‘Dit wat hier gebeurt,’ zegt Jan Warndorff in zijn boek Geen idee waarin hij ‘leven’ onderzoekt.
Ja, er gebeuren nare dingen, existentiële rottigheid. Weet jij hoe je je daartoe moet verhouden? Durf je in jezelf te zakken? Niemand kan om zichzelf heen.